Wasmiddelen

Om kleding lang goed te houden, kun je het best zo min mogelijk wassen. Bij wol wordt geur meestal al verwijderd door het kledingstuk uit te hangen. En als je wast, heb je vaak minder wasmiddel nodig dan je denkt. Wasgoed kun je vaak prima schoon krijgen op een lagere temperatuur. Sommige wasproducten zijn zelfs helemaal niet nodig.

Goed doseren is belangrijk als je het milieu wilt sparen. Dan zijn er minder grondstoffen nodig voor wasmiddelen en spoelt er minder wasmiddel in het riool. Bovendien spaart elk pak waspoeder dat jij niet koopt, verpakkingsmateriaal uit. Kies een wasmiddel met een keurmerk om het milieu zo min mogelijk te belasten.

Tips gebruik wasmiddelen

  1. 01

    De belangrijkste milieuwinst zit 'm in wassen op een zo laag mogelijke temperatuur.

  2. 02

    Was niet vaker dan nodig. Onderkleding en sokken moet je waarschijnlijk vaker wassen dan bovenkleding (broeken, jurken, truien).

  3. 03

    Volg het doseeradvies, en soms kan het zelfs nog minder dan de aanbevolen hoeveelheid: niet al te vervuild wasgoed blijkt met alleen water ook al redelijk schoon te worden.

  4. 04

    Bij het wassen van synthetische kleding laten vezels los die bijdragen aan de plasticsoep. Of je wast met poeder of vloeibaar maakt ook uit voor microplasticvezels.

  5. 05

    Wasnoten, wasmagneten, wasbollen en waspellets blijken in tests niet beter te werken dan wassen met alleen water.

  6. 06

    Draai geen halve wasjes, maar was met een volle wastrommel. Meer tips om zuinig te wassen vind je op de pagina Wasmachine.

  7. 07

    Keurmerken als het Europees Ecolabel en Nordic Ecolabel garanderen dat een wasmiddel het milieu zo weinig mogelijk belast. Zie voor meer keurmerken onze Keurmerkenwijzer.

  8. 08

    Met geconcentreerd wasmiddel spaar je verpakkingsmateriaal uit, zo belast je het milieu minder.

  9. 09

    Sommige producten kun je laten staan: wasverzachter heeft geen hygiënische functie en ontkalkingsmiddel is niet nodig als je meestal op lage temperatuur wast.

Hoeveel wasmiddel heb je nodig?

Je gebruikt gemakkelijk te veel wasmiddel. Dat is zonde van je geld en niet goed voor het milieu. Let daarom goed op de dosering op de verpakking. De dosering hangt af van hoe vuil de was is, de waterhardheid in je gemeente en de belading van de machine. En probeer eens of je was ook schoon wordt met minder wasmiddel. Hoe meer wasmiddel je gebruikt, hoe meer stoffen in het milieu kunnen belanden.

Compacte wasmiddelen

Kijk vooral bij compacte wasmiddelen uit dat je niet te veel gebruikt. Het milieuvoordeel doe je anders weer teniet.

Als je velletjes schoonmaakmiddel (wasstrips) koopt, verzeker je dan bij het eerste gebruik dat het effectief schoonmaakt. De Consumentenbond testte 2 merken als onvoldoende effectief.

Liquid caps of pods

Een cap of pod lijkt het probleem van overdosering te voorkomen. Maar de hoeveelheid wasmiddel daarin kan toch te veel zijn als er zacht water uit jouw kraan komt. Bovendien kun je met zo'n tablet niet uitproberen of je mínder wasmiddel nodig hebt.

Alternatieve wasproducten werken vaak niet

Er zijn allerlei alternatieve wasproducten op de markt die claimen milieuvriendelijk te zijn, doordat ze wasmiddel overbodig maken: wasballen, wasnoten, wasmagneten en waspellets. Deze wasproducten zijn niet effectiever dan alleen water. Water alleen heeft al een aanzienlijk reinigingseffect.

Heb je wasverzachter nodig?

Je was wordt hard doordat er kalkdeeltjes op achterblijven tijdens het drogen. Als je van lekker zacht wasgoed houdt, kun je de was het beste in de wind laten drogen. Mocht je een wasdroger hebben, dan zijn wasverzachters ook overbodig. Wasverzachter hecht deels aan kleding, maar het grootste deel spoelt bij het wassen uiteindelijk weg met het afvalwater.

Hard water? Goed doseren!

In Nederland is drinkwater bijna overal zacht of gemiddeld. Of er hard, gemiddeld of zacht water uit je kraan komt kun je checken. Hoeveel wasmiddel je moet gebruiken is afhankelijk van de hardheid van het water. Bij hard water is meer wasmiddel nodig dan bij zacht water. Op de verpakking van je wasmiddel vind je de aanbevolen hoeveelheid, waarbij je dus in Nederland meestal kunt uitgaan van zacht of gemiddeld water. Maak je je zorgen over kalkaanslag? Dat ontstaat sneller bij verhitting. Als je dus meestal op 40 graden of lager wast bespaar je energie en verklein je de kans op kalkaanslag.

Extra maatregelen om kalkafzetting te voorkomen, zijn dan niet nodig.

Kijk op de verpakking

Goed doseren is belangrijk: bij te veel wasmiddel verdwijnen vlekken niet goed en kunnen losgeweekte vuildeeltjes terugslaan op het wasgoed, waardoor het grauw wordt. Ook kan een deel van het niet-opgeloste wasmiddel achterblijven in de machine. Overdoseren is bovendien slecht voor het milieu en de portemonnee. Naast de hardheid van het water maakt het ook uit hoeveel was je in de trommel doet, en hoe vuil je was is. Maatbekertjes vind je soms bij de verpakking en kun je anders bij de fabrikant bestellen.

Wassen en microplastics

Kleding slijt altijd een beetje tijdens het wassen. Daarbij laten vezels los, en die spoelen met het waswater weg. Bij synthetische materialen zoals polyester, acryl en vooral fleece is dat een probleem, ze dragen dan namelijk bij aan de plastic soep in zee. Het beste advies daarvoor is: was niet vaker dan nodig. Daarnaast laten er minder microvezels los als je je kleding met vloeibaar wasmiddel wast in plaats van met poederwasmiddel. De korrels van het poederwasmiddel hebben door de aanwezigheid van zeoliet (een niet-oplosbaar mineraal) een soort 'scrub'-functie waardoor de kledingvezels los komen te zitten. Zie plastic in zee voor meer tips.

Ook al laten bij vloeibaar wasmiddel minder microvezels los dan bij waspoeder, het is niet te zeggen wat de beste keuze is voor het milieu. Er zitten namelijk voor- en nadelen voor het milieu aan zowel vloeibaar als poederwasmiddel. Maak de keuze tussen vloeibaar en poeder daarom op basis van de soort was die je wilt doen: vloeibaar is vaak geschikter voor de bonte was, en poeder met bleekmiddel is weer vaak geschikt bij witte was met lastige kleurstof-houdende vlekken, of was die hygiënisch schoon moet worden.

Microplastics worden effectief afgevangen door een waszak of een externe filter op je wasmachine, maar preventie is altijd beter. Of het voorkomen van microplastic opweegt tegen de milieu-impact van de productie van de filter, is onbekend. Als je een externe filter gebruikt, maak deze dan schoon met een stofzuiger en spoel hem niet schoon in je gootsteen (want dan komt het microplastic alsnog in het riool).

Aan zowel vloeibaar- als poederwasmiddel zitten voor- en nadelen voor het milieu.