Vlooien

Honden en katten die zich vaak krabben, hebben meestal last van vlooien. Om vlooien te voorkomen en te bestrijden bestaan er verschillende anti-vlooienmiddelen. Helaas kan het gebruik van deze middelen schadelijk zijn voor het milieu. Probeer daarom een vlooienplaag zoveel mogelijk op andere manieren te voorkomen. En ga bewust om met anti-vlooienmiddelen. Op deze pagina ontdek je hoe je dat doet. 

Vlooien veroorzaken jeuk en kunnen infecties overbrengen zoals de kattenkrabziekte of lintwormen. Er bestaan verschillende anti-vlooienmiddelen om vlooien te voorkomen en te bestrijden. Deze werken ook tegen teken. Helaas kunnen deze middelen schadelijk zijn voor het milieu als ze via huisdieren in de natuur terechtkomen. Wil je een kat of hond nemen? Besef dan dat deze middelen soms nodig zijn. Heb je al een hond of kat? Houd er dan rekening mee dat anti-vlooienmiddelen schadelijk zijn voor het milieu.

Tips voor milieuvriendelijke vlooienbestrijding

  1. 01

    Controleer regelmatig op vlooien en teken. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld een vlooienkam

  2. 02

    Verklein de kans op een vlooienplaag door regelmatig te stofzuigen en te dweilen. Klop de slaap- en rustplekken van je huisdier regelmatig af en was deze op 60°C

  3. 03

    Overweeg of je je huisdier (meer) binnen of in je eigen tuin kan houden. Zo voorkom je besmetting met andere dieren. Laat honden zo veel mogelijk uit op momenten dat er weinig andere honden zijn. Vermijd drukke uitlaatplekken. 

  4. 04

    Vraag jezelf af of anti-vlooienmiddelen echt nodig zijn. Kan je deze eventueel verminderen of zelfs weglaten? Dit verschilt per situatie. Maak een goede afweging en overleg bij twijfel met je dierenarts. 

  5. 05

    Moet je je huisdier toch met anti-vlooienmiddel behandelen? Overleg dan met je dierenarts wat de minst schadelijke optie is. Volg de instructies in de bijsluiter goed op.  

  6. 06

    Zorg dat het anti-vlooienmiddel niet via vachtharen en uitwerpselen in de natuur terecht komt. Borstel je huisdier regelmatig en gooi haren en uitwerpselen bij het restafval. 

  7. 07

    Voorkom dat het anti-vlooienmiddel in buitenwater terechtkomt. Laat je hond na een behandeling een tijd niet in buitenwater zwemmen of badderen. Heeft je hond een anti-vlooienband? Neem deze dan af voordat het dier het water in gaat. 

Zo herken je vlooien

Vlooien komen voor op vogels en in het wild levende zoogdieren. Huisdieren hebben er ook last van: katten en honden, maar ook konijnen en kippen. Hoe weet je of jouw huisdier vlooien heeft? Kam het dier een week lang elke dag met een speciale vlooienkam. Vind je volwassen vlooien of vlooienpoepjes? Dan is het dier waarschijnlijk besmet. De poepjes zien eruit als zwartbruine puntjes die op een witte tissue roodbruin verkleuren. Op mensen kunnen vlooien niet overleven. Toch proberen ze dat wel: vandaar dat jij soms ook gebeten wordt. 

Dieren lopen meestal buiten een vlooienbesmetting op waar ze vlooieneitjes meenemen in hun vacht. Deze eitjes kan je niet zien met het blote oog. Net als larven en poppen vind je ze vooral in manden of op kleden van huisdieren. Vlooienlarven houden van donkere, rustige plaatsen. Vaak is dat een tapijt, maar ook op houten of stenen vloeren kan een vlooienplaag ontstaan. 

Voorkom een vlooienplaag 

Houd je huisdier en zijn omgeving schoon

Controleer je huisdier regelmatig op vlooien met een vlooienkam. Zo verklein je de kans op een vlooienplaag. Houd ook de omgeving van je huisdier schoon. Stofzuig en dweil regelmatig en klop de slaap- en rustplekken van het dier af. Was deze ook regelmatig op 60°C. 

Vermijd veel contact met andere dieren 

Laat honden zoveel mogelijk uit op momenten dat er weinig andere honden zijn. Vermijd drukke uitlaatplekken. Zo verklein je de kans op een besmetting met andere dieren. Overweeg ook of je je huisdier (meer) binnen of in je eigen tuin kan houden. Houd je je huisdier thuis? Let er dan op dat het dier genoeg ruimte en prikkels heeft. Zorg daarnaast dat je huisdier altijd bij eten, water en bijvoorbeeld een kattenbak kan.   

Voorkom teken 

Vermijd plekken waarvan bekend is dat er veel teken voorkomen. Ga ook niet naar gebieden met hoog gras. Houd online een tekenradar in de gaten. Zo zie je op welke plekken en wanneer er veel teken voorkomen. Teken zijn vooral in de zomer erg actief. 

Anti-vlooienmiddelen: ga er bewust mee om

Anti-vlooienmiddelen bestrijden niet alleen vlooien, maar voorkomen deze ook. Dit noem je preventief behandelen. Een huisdier dat preventief behandeld wordt, heeft dus nog geen last van vlooien. Anti-vlooienmiddelen kunnen schadelijk zijn voor het milieu als ze via huisdieren in de natuur terechtkomen. Dit kan bijvoorbeeld via urine, ontlasting, vachtharen en afspoeling door water of regen. Vraag jezelf daarom steeds af of preventief gebruik van anti-vlooienmiddelen nodig is. Of dat je het gebruik kan verminderen.  

Is behandeling nodig? 

Of je je huisdier preventief moet behandelen, hangt af van de situatie. Is je huisdier veel buiten of vaak in contact met andere dieren? Dan is de kans op vlooien groter. Is je huisdier allergisch voor vlooienbeten? Dan is het preventief behandelen met anti-vlooienmiddelen meestal echt nodig. Onderzoek in andere gevallen hoeveel risico je huisdier loopt op vlooien. Komt jouw huisdier niet in contact met andere dieren (zoals bij een binnenkat)? Dan is de kans op een vlooienplaag ook erg klein. Maak een goede afweging en overleg bij twijfel met je dierenarts. Houd in je achterhoofd dat er altijd een kleine kans bestaat op een vlooienplaag.  Maak de omgeving van je huisdier daarom regelmatig schoon. 

Gebruik alleen anti-vlooienmiddel in de lente, zomer en herfst Vlooien zijn in de winter minder actief dan in de lente, zomer en herfst. Je kan er daarom voor kiezen om je huisdier in de winter niet te behandelen met een anti-vlooienmiddel.

Toch anti-vlooienmiddelen nodig? 

Is het toch belangrijk dat je jouw huisdier (preventief) behandelt met een anti-vlooienmiddel? Overleg dan met je dierenarts welke behandelmogelijkheden er zijn. Vraag of je het minst schadelijke middel als eerste kan proberen. Probeer eerst middelen met spinosad (tegen vlooien). Kies bij voorkeur niet voor de middelen fipronil, imidacloprid en dinotefuran en vermijd cocktails van verschillende middelen. Volg bij het gebruik van anti-vlooienmiddelen de instructies op de bijsluiter goed op. Gebruik niet meer dan nodig. Let op: een vlooienband beperkt zich vooral tot de nek en is daardoor niet altijd even effectief.

Maak je huis goed schoon 

Wil je een vlooienplaag bestrijden? Pak dan ook de groei van nieuwe vlooien aan met deze tips: 

  • Behandel je huis en de omgeving van je huisdier met anti-vlooienmiddel. Gebruik ook hierbij niet meer middel dan nodig.  
  • Stofzuig en dweil iedere dag de vloer. Zo ruim je eitjes en larven tijdig op.  
  • Vervang de stofzuigerzak regelmatig en verpak de gebruikte zak in een afgesloten plastic zak voordat je deze weggooit.  
  • Klop kleden en manden regelmatig uit en hang deze in de zon. 
  • Was kleden op 60 °. 
  • Kam je huisdieren regelmatig met een ijzeren vlooienkam. Kom je vlooien tegen? Leg ze dan in een bakje water met wat afwasmiddel.  
Wist je dat.... 95 procent van een vlooienplaag in de omgeving aanwezig is in de vorm van eitjes, larven en poppen? Maar 5 procent van de plaag zit op je huisdier. Deze 5 procent zijn de bijtende volwassen vlooien.  

Voorkom milieuschade

Gebruik je een anti-vlooienmiddel? Zo voorkom je milieuschade: 

  • Anti-vlooienmiddelen kunnen via huisdieren terechtkomen in buitenwater, zoals slootjes, rivieren en meren. Laat je hond na een behandeling met een anti-vlooienmiddel daarom niet meteen zwemmen in plassen of sloten. Heeft je hond een anti-vlooienband? Neem de band dan af voordat het dier het water ingaat.  
  • Was je huisdier ook niet direct na een behandeling. Lees in de bijsluiter hoe lang de actieve stof werkzaam is. Ook als je handdoeken, kleedjes en mandjes wast waar je hond mee in aanraking is geweest, kan anti-vlooienmiddel via rioolwater in het oppervlaktewater terechtkomen.  
  • Houd er rekening mee dat het middel ook op je eigen handen komt als je je huisdier aanraakt na een behandeling.  
  • Anti-vlooienmiddelen kunnen ook via uitwerpselen en vachtharen in de natuur terechtkomen. Ruim uitwerpselen van je huisdier daarom altijd goed op en gooi ze weg bij het restafval. Voorkom dat vachtharen van behandelde dieren in het milieu terechtkomen: borstel je dier regelmatig en gooi de haren bij het restafval.  
  • Wil je een anti-vlooienmiddel weggooien? Spoel het dan niet door het riool, maar lever het in bij het inleverpunt voor klein chemisch afval bij de milieustraat, een apotheek of dierenarts. 

Pas op met gif

Heb je toch een chemisch middel nodig om je huisdier preventief te behandelen of een vlooienplaag te bestrijden? Let dan op de volgende punten. 

Koop alleen middelen met een toelating van het Ctgb 

Tegen vlooien zijn chemische bestrijdingsmiddelen te koop. Koop alleen middelen met een toelating van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Koop nooit iets waar de ingrediënten niet op staan. Een toegelaten middel herken je op de verpakking aan een nummer dat begint met 'NL', 'EU' of eindigt op een 'N'. Lees meer over toegelaten middelen. Welk middel je mag gebruiken tegen een plaag kan je ook vinden op de toelatingslijst van het Ctgb

Bestrijdingsmiddelen zijn vaak toegelaten voor specifieke (plaag)dieren. Weet je niet zeker met welke plaagdier jij te maken hebt? Schakel dan het  Kennis- en adviescentrumdeterminatie (KAD) in om erachter te komen. Hier zijn wel kosten aan verbonden. 

Volg altijd de gebruiksaanwijzing 

Dat een middel is toegelaten betekent nog niet dat het milieuvriendelijk is. Sommige stoffen zijn bij verkeerd gebruik schadelijk voor het grondwater, de bodem of voor andere dieren dan het plaagdier. Volg daarom altijd nauwkeurig de gebruiksaanwijzing van een bestrijdingsmiddel. Zo houd je de risico's voor je gezondheid en het milieu zo laag mogelijk. 

Negeer vage claims 

Soms zie je termen als 'plantaardig', ‘natuurlijk’ of ‘milieuvriendelijk’ op het etiket staan. Dit soort vage kreten zeggen weinig bij een bestrijdingsmiddel: gif is gif. Dat geldt ook voor 100% natuurlijke middelen. Laat je dus niet misleiden door dit soort claims, maar check altijd de kleine lettertjes op het etiket. 

Klein chemisch afval 

Laat na gebruik de spuitbus of andere verpakking heel en lever restanten in als klein chemisch afval

Professionele bestrijding 

Heb je alles geprobeerd en heb je nog steeds last van de plaag? Schakel dan professionele bestrijders in. Erkende bestrijders kijken eerst samen met jou wat je aan preventie kan doen. Pas als laatste redmiddel gebruiken ze gif. Erkende professionele plaagdierbestrijders vind je via het KAD, of via brancheverenigingen NVPB of PLAN