Radongas en thoron in huis

Interieur bank kleed. Vloeren en vloerbedekking.
Radon (en thoron) kan aanwezig zijn in je woning. Dat is lastig te vermijden want het komt vrij als gas uit de bodem en stenen. Wel kun je met constante ventilatie en andere maatregelen zorgen dat de concentraties laag blijven.

Radon is een radioactief gas dat van nature vrijkomt uit de bodem en uit bouwmaterialen zoals beton, baksteen en natuursteen. Stoffen die ontstaan uit zogeheten verval van radon, veroorzaken in Nederland enkele honderden gevallen van longkanker per jaar. Daarom is ventilatie belangrijk: die houdt de concentratie in huis laag.

Eigenlijk is er niet sprake van één stof (radon) maar van twee versies (zogenaamde isotopen) van radon. Met radon wordt vaak isotoop Rn-222 bedoeld. De andere isotoop is Rn-220, die heet thoron. Thoron is in vroegere metingen aangezien voor radon, onder meer omdat ze lastig uit elkaar te houden zijn. Over thoron in huis is veel minder bekend dan over radon.

Tips tegen radon en thoron in huis

  1. 01

    Zorg voor goede luchtverversing in huis, door continue te ventileren.

  2. 02

    Ventileer de kruipruimte goed, zodat radon daar niet kan ophopen.

  3. 03

    Dek de bodem van de kruipruimte (luchtdicht) af met folie, en maak het kruipluik en de beganegrondvloer luchtdicht. Dat voorkomt aanvoer van radon uit de bodem naar uw huis.

Roken en haard stoken versterken gevolgen van radon

Roken veroorzaakt het grootste aandeel van gevallen van longkanker (ruim 85 procent). Los daarvan versterkt roken in huis ook de gevolgen van radongas in huis; ook voor eventuele niet-rokende huisgenoten. Door het roken neemt namelijk het aantal stofdeeltjes in de lucht toe, waarop radioactieve deeltjes zich kunnen hechten en die bewoners inademen.

Ook fijn stof afkomstig van andere bronnen, bijvoorbeeld open haarden, heeft dit effect.

Zelf radon en thoron verminderen

Het valt niet te vermijden dat er radon en thoron in huis aanwezig is. Je kunt wel actie ondernemen om de concentratie zo laag mogelijk te houden.

Ventileren

Zo'n 70 procent van de radon in huis komt uit bouwmaterialen, 15 procent uit de bodem en evenzoveel uit de buitenlucht. De effectiefste manier om de concentratie in huis laag te houden is continu de lucht verversen, door bijvoorbeeld een klepraampje of luchtroosters altijd open te houden (meer praktische tips op ventileren). Vrijgekomen radon kan dan niet ophopen.

Heeft jouw woning mechanische ventilatie met luchtaanvoer via roosters? Laat dan zeker de roosters altijd open. Anders kan er onderdruk ontstaan, en dan wordt er juist lucht uit de kruipruimte het huis in gezogen.

Radon weren uit kruipruimte en woning

Dek de bodem van de kruipruimte af met folie, om te voorkomen dat radon in de kruipruimte kan komen.

Controleer of de kruipruimte goed geventileerd is, volgens de regels van het Bouwbesluit. Er zijn openingen nodig in de voor- én achtergevel. Dan kan de hoeveelheid radon in de kruipruimte niet oplopen.

Maak de onderkant van de begane grondvloer luchtdicht en sluit het kruipluik luchtdicht af, zodat zo min mogelijk van het radon dat in de kruipruimte aanwezig is, naar de woning kan gaan. Vergeet daarbij niet de leidingdoorvoeren en aansluiting op de muren goed af te dichten.

Kies materialen die geen radon afgeven

Ga je een nieuw huis (laten) bouwen en wil je radongas zoveel mogelijk vermijden? Kies dan materialen die minder radon afgeven: glas, staal, natuur- of rogips, kalksteen en hout.

Concentratie in Nederlandse huizen laag

De gemiddelde concentratie radon in Nederlandse woningen is laag. Dat komt doordat Nederland geen rotsige bodem heeft.

De recentste meting, in nieuwbouwwoningen, kwam uit op een gemiddelde van 13,5 Bequerel (Bq, dat is de eenheid van straling) per m3 lucht. De concentratie mag volgens richtlijnen van de EU niet boven 200 Bq per m3 uitkomen in nieuwbouw, en niet boven 400 Bq per m3 in bestaande woningen. Zulke hoge waarden komen in Nederland niet of nauwelijks voor.

Thoron niet bekend

De gemiddelde concentratie thoron is niet bekend. Het is moeilijker te meten omdat het zich niet gelijk verspreidt over de ruimte (het vervalt zo snel dat de concentratie verder van de bron snel afneemt).

Meer informatie