Biomassa

Biomassa is een verzamelnaam voor allerlei materialen, die breed inzetbaar zijn: van voedsel tot bouwmateriaal. Veel mensen denken bij de term als eerste aan een energiebron. Door biomassa te verbranden, vergisten of vergassen kan energie worden opgewekt. Over het gebruik als energiebron is veel discussie: hoe duurzaam en noodzakelijk is deze inzet van biomassa? Milieu Centraal legt uit wat biomassa is, en geeft inzicht in de discussie.

Vanwege klimaatverandering is er een behoefte aan hernieuwbare energiebronnen, zoals zon, wind en aardwarmte. Biomassa is een hernieuwbare bron. Je kan na de oogst de planten en het bos laten groeien, en daarna weer oogsten. Het raakt niet op. De CO2-uitstoot van het verbranden van biomassa wordt na verloop van tijd weer opgenomen door groeiende planten of groeiend bos. Om klimaatdoelen op korte termijn te halen, wordt biomassa gezien als een belangrijk middel.

Maar over de duurzaamheid bestaat discussie. De (wetenschappelijke) discussie gaat vooral over:

  • Het klimaateffect: is er na verloop van tijd geen CO2-effect?
  • De schade aan de natuur: zorgt de oogst van biomassa voor natuurschade, zoals het verlies van bossen
  • Betrouwbaarheid: zijn duurzaamheidsregels voor biomassa streng genoeg en worden ze nageleefd?
  • Noodzaak: is biomassa echt nodig om de energievoorziening duurzaam te maken?

Biomassa in het kort

  1. 01

    Biomassa is een term voor materiaal van plantaardige of dierlijke herkomst, zoals hout, mais, mest, voedselresten of plantaardige olie. Het kan worden gebruikt als grondstof, voor bijvoorbeeld bouwmateriaal, kleding, papier en voedsel. Het kan ook ingezet worden als energiebron, door verbranding, vergassing of vergisting van bijvoorbeeld afval, mest of hout.

  2. 02

    Wanneer biomassa als energiebron wordt gebruikt, wordt dat gerekend tot hernieuwbare energie. De biomassa groeit namelijk weer terug. Bij verbranding van biomassa komt CO2 vrij, maar groeiende planten en bomen nemen tijdens de groei deze CO2 weer op.

  3. 03

    Biomassa wordt gezien als hernieuwbaar, omdat geoogste planten en bomen terug groeien. Het is bovendien betrouwbaar, het is niet afhankelijk van weersomstandigheden zoals wind- of zonne-energie.

  4. 04

    Over de duurzaamheid van biomassa is veel discussie. Deze discussie gaat vooral over het gebruik van hout(resten) als energiebron, de klimaateffecten en de vraag of het gebruik van biomassa klimaatwinst oplevert ten opzichte van fossiele energiebronnen.

  5. 05

    Biomassa is in Nederland de meest gebruikt hernieuwbare energiebron, al neemt het aandeel in de hernieuwbare energiemix af.

  6. 06

    Er zijn verschillende standpunten over de noodzaak van biomassa: sommigen zien het als onmisbare overbrugging tot duurzame alternatieven goedkoper en verder ontwikkeld zijn (bijvoorbeeld geothermie en waterkracht). Anderen zijn van mening dat biomassa helemaal niet ingezet moet worden als energiebron.

Wat is biomassa precies?

Biomassa is een erg breed begrip: het beslaat al het materiaal van plantaardige of dierlijke herkomst. Daarbij kun je denken aan hout, landbouwgewassen, gft-aval, maar ook plantaardige olie, mest of wol. Al deze materialen kunnen op talloze manieren worden gebruikt, biomassa is een belangrijke grondstof. Bijvoorbeeld katoenen of wollen kleding, papier, voedsel, bouwmateriaal, meubels en ga zo maar door.

Door het verbranden of vergassen van dit organische materiaal kan het worden ingezet als bron voor warmte en elektriciteit. Op deze pagina ligt de nadruk op biomassa als energiebron.

Waar komt biomassa vandaan?

Omdat biomassa over zoveel verschillende materialen gaat, zijn er ook verschillende manieren om eraan te komen. Meestal komt biomassa voort uit bos- of landbouw. Daarbij kan biomassa het hoofddoel van productie zijn of een bijproduct.

Biomassa als grondstof

Biomassa is als grondstof breed inzetbaar. In de bouw is hout een belangrijk materiaal. Het wordt gebruikt voor constructiehout, kozijnen en gevelbekleding. Naast hout worden ook bijvoorbeeld riet, bamboe en vlas gebruikt in de bouw. Als verpakkingsmateriaal is hout ook een belangrijke grondstof. Denk bijvoorbeeld aan houten pallets of kratten, of als grondstof voor papier en karton. Ook veel voedsel is biomassa: van mais tot vlees.

Ook in de chemische industrie speelt biomassa als rol. Het kan daar soms worden gebruikt om fossiele grondstoffen te vervangen.

Biomassa als energiebron

Energie uit biomassa is er in vele soorten.

  • Verbranding in speciale biomassacentrales
  • Stoken van biomassa(-afval) bij bedrijven
  • Inzet van biomassa in aangepaste kolencentrales
  • Verbranding in afvalinstallaties
  • In woningen, bijvoorbeeld in een open haard en hout- of pelletkachel
  • Door vergisting of vergassing van biomassa tot biogas.

Biomassacentrales zijn installaties specifiek ingericht op het opwekken van energie uit biomassa. In deze centrales wordt biomassa verbrand, meestal voor warmtelevering aan een warmtenet. Deze centrales draaien vaak op houtige biomassa: houtsnippers of –pellets. Een aantal centrales levert naast warmte ook elektriciteit. Door subsidies en een grote beoogde rol voor biomassa in de energietransitie is het aantal biomassacentrales in Nederland de laatste jaren toegenomen.

Sommige bedrijven wekken met behulp van biomassa warmte of elektriciteit op. Als het gaat om kleinschalige installaties worden hiervoor vaak afvalstromen gebruikt, zoals afvalhout, slachtafval of papierslib. Het bedrijf gebruikt de opwekte warmte of elektriciteit vaak zelf voor verwarming of productieprocessen. Sectoren waar dit gebruikt wordt zijn veehouderijen en de glas- en tuinbouw. Door subsidies komen er bij bedrijven steeds vaker grotere biomassa-ketels. Een deel van de warmte van bedrijven wordt gebruikt in warmtenetten voor woningen.

In aangepaste kolencentrales kan biomassa (mee) gestookt worden. Een grote kolencentrale heeft erg veel biomassa nodig om een bepaalde hoeveelheid energie op te wekken.

Ongeveer de helft van de energie die bij afvalverbranding wordt opgewekt, telt als hernieuwbare energie. Dit wordt zo gerekend omdat min of meer de helft van ons afval van biologische oorsprong is. De energie wordt gebruikt als warmte of als elektriciteit.

Biomassa in huis

Ongeveer een miljoen huishoudens in Nederland maken gebruik van biomassa voor (een deel) van hun warmte. Ze hebben bijvoorbeeld een open haard of pelletkachel in huis. Vaak is dit niet de belangrijkste warmtebron, maar is de open haard, houtkachel of pelletkachel vooral een gezellige toevoeging aan een woonkamer. Die haarden en houtkachels zorgen voor een aanzienlijke uitstoot en luchtvervuiling.

Het is mogelijk om je huis hoofdzakelijk met biomassa te verwarmen, met een biomassaketel. Deze kan de gasketel in je huis vervangen. Dit kan een oplossing zijn om moeilijk te isoleren huizen in het buitengebied, toch van het gas af halen. Andere duurzame opties of warmtenetten zijn dan vaak geen optie.

Biobrandstof, biogas en groen gas

Uit bimassa kunnen vloeibare en gasvormige brandstoffen worden gemaakt. Uit onder andere koolzaad-, zonnebloem-, palmolie en zelfs gebruikte frituurvetten uit keukens kan biodiesel worden gemaakt. Dit kan probleemloos vermengd worden met diesel, maar er zijn auto’s die volledig op biodiesel kunnen rijden.

Het is ook mogelijk om bio-ethanol te maken. Hiervoor wordt bijvoorbeeld suikerriet of –biet gebruikt. Bio-ethanol wordt vaak met benzine gemengd. De meeste auto’s kunnen op die mix probleemloos rijden.

Biogas

Biogas kan worden gemaakt door natte biomassa te vergisten. Dit gebeurt met afval- en reststromen: afval, slib en mest. Deze (natte) biomassa wordt onder zuurstofloze omstandigheden door bacteriën omgezet, waarbij biogas ontstaat. Vaak gebeurt dit bij bedrijven op het terrein, zoals bij boerderijen. Een andere methode is vergassing, maar deze technieken zijn nog in ontwikkeling. Voor biogas wordt geen houtige biomassa gebruikt.

Als het biogas eenmaal is gemaakt, zijn er verschillende manieren om het in te zetten. Het kan in een ketel worden verbrand, om warmte te winnen. In warmtekrachtkoppeling-installaties kan uit biogas warmte én elektriciteit worden gewonnen. Door het biogas aan te passen en te verbeteren, is er nog meer mogelijk met het gas. Het kan bijvoorbeeld CO2 leveren aan kassen. Een belangrijke toepassing van verbeterd biogas is groen gas. Groen gas kan in ons gasnetwerk als vervanging voor aardgas worden gebruikt, maar het kan ook als basis dienen voor autobrandstof.

Warmtekrachtkoppeling-installaties zijn ketels die werken op gas en daaruit zowel warmte als elektriciteit winnen. Zo gebruiken ze het gas op een energiezuinige manier (met een hoog rendement). Vaak wordt de term afgekort tot WKK-installaties. De installaties kunnen werken met aardgas, biogas (gas uit biomassa) en stortgas (gas uit afval).

Groen gas

Groen gas heeft dezelfde kenmerken als aardgas, maar wordt gemaakt uit biogas. Lees meer over de mogelijkheden van groen gas. Lees meer
Een biogas-installatie bij een boerenbedrijf. Met mest kan biogas worden gemaakt.

Duurzaamheid

Biomassa wordt door de voorstanders gerekend tot hernieuwbare en duurzame energiebronnen. Er is veel discussie over de duurzaamheid van biomassa, vooral over het gebruik van hout als energiebron. Maar niet al het gebruik van biomassa is omstreden.

De discussie gaat vooral over:

  • Het klimaateffect: is er niet toch een tijdelijk CO2-effect?
  • De schade aan de natuur: zorgt de oogst van biomassa voor natuurschade, zoals het verlies van bossen
  • Betrouwbaarheid: zijn duurzaamheidsregels voor biomassa streng genoeg en worden ze nageleefd?
  • Noodzaak: is biomassa echt nodig om de energievoorziening duurzaam te maken?

Het klimaateffect van biomassa

Bij het verbanden van biomassa komt CO2 vrij. De vraag is hoe biomassa dan toch als CO2-neutrale energiebron beschouwd kan worden. De gedachtegang hierachter is dat het gebruik van biomassa voor energie een gesloten cirkel vormt: bij verbranding van biomassa komt CO2 vrij, maar deze wordt weer opgeslagen door groeiende bomen en planten.

Het vastleggen van de vrijgekomen CO2 bij verbranding in nieuwe planten en bomen, kost tijd. In de tussentijd verblijft de vrijgekomen CO2 in de lucht en kan het toch een klimaateffect hebben. Dit wordt de koolstofschuld genoemd. Een flink deel van de (wetenschappelijke) discussie rond biomassa draait om deze kwestie. Verder kan biomassa een klimaateffect hebben wanneer er door oogst van biomassa ontbossing optreedt, wat ook tot CO2-uitstoot leidt.

Naast de CO2 na verbranding, is er ook sprake van CO2-uitstoot tijdens de productie en winning van biomassa. Dit worden ketenemissies genoemd. Er komt bijvoorbeeld CO2 vrij door gebruik van (vaak fossiele) energiebronnen; vrachtwagens moeten rijden voor de vervoer, machines zijn nodig voor landbouw of houtoogst, enzovoorts. Deze uitstoot tijdens de productieketen moet worden meegeteld.

Biodiversiteit beschrijft de soortenrijkdom van de natuur: hoeveel verschillende soorten er voorkomen, wereldwijd of in een bepaald gebied. Alles wat leeft heeft zijn eigen rol in de natuur: van plant tot dier, van schimmel tot bacterie. Alle soorten tellen mee en ook de rijkdom aan verschillende ecosystemen én de genetische verscheidenheid binnen soorten wordt met biodiversiteit beschreven.

Wereldwijd en ook in Nederland gaat het zorgwekkend slecht met de biodiversiteit. De natuur is uit balans: soorten sterven uit of worden met uitsterven bedreigd, aantallen nemen af, populaties worden kleiner. In gebieden waar natuur de kans krijgt zal de biodiversiteit onder de juiste omstandigheden weer herstellen.

Lees meer over biodiversiteit en ontdek wat je zelf kunt doen, dichtbij huis én wereldwijd.

De koolstofschuld in twee vragen

Met koolstofschuld wordt bedoeld, dat er een bepaalde tijd zit tussen het moment dat CO2 vrijkomt bij verbranding van biomassa en weer wordt vastgelegd door groeiende planten en bomen. In die tussentijd zit de CO2 in de atmosfeer en draagt het bij aan klimaatverandering

Schade aan de natuur

Sommige vormen van biomassa hebben negatieve invloed op de natuur en de biodiversiteit. Denk bijvoorbeeld aan palmolie en soja, waarvoor grote stukken oerwoud worden gekapt. Ook houtoogst dichter bij Nederland kan negatieve gevolgen hebben. Er is vrees dat houtoogst voor energie uit biomassa zou kunnen leiden tot verlies van gebieden met hoge biodiversiteit zoals oerbos. Ook op grote schaal oogsten van resthout uit productiebossen of snoeihout uit natuurlijke bossen of stro uit landbouw kan voor problemen zorgen, bijvoorbeeld met de bodemkwaliteit.

Betrouwbaarheid van duurzaamheidsregels

Nederland heeft strenge duurzaamheidsregels voor biomassa die wordt gebruikt voor energieproductie. De strengste ter wereld, die gelden voor hout uit Nederland én geïmporteerd hout. Ze schrijven onder andere voor dat:

  • Alleen hout uit onvermijdelijke reststromen wordt gebruikt en er altijd meer hout bijgroeit dan wordt geoogst, zodat koolstofvoorraden niet worden aangetast en geen langdurige koolstofschuld ontstaat.
  • De bodemkwaliteit in stand wordt gehouden
  • Geen natuurlijk bos wordt gekapt of wordt omgevormd tot bosplantage
  • De CO2-ketenemissies (oogst, drogen, transport) veel lager zijn dan wanneer fossiele energiebronnen worden gebruikt.
  • Het bos duurzaam wordt beheerd

Wat volgens deze eisen in de praktijk voor energie mag worden gebruikt is het gedeelte van de houtoogst uit productiebos dat niet bruikbaar is als zaaghout. Bijvoorbeeld het deel van boomstammen dat te dun is (‘toppen’). Het kan zelfs om hele bomen gaan, wanneer het bomen zijn die bijvoorbeeld te krom, te dun of rot zijn om als zaaghout te worden gebruikt.

Ondanks de strenge regels, zijn er zorgen over deze duurzaamheidseisen: zijn ze streng genoeg? Worden ze goed gecontroleerd en nageleefd? De meeste twijfel bestaat rond houtpellets die uit de Baltische Staten (Estland, Letland, Litouwen) en de Verenigde Staten worden geïmporteerd voor bij- en meestook in kolencentrales. Er zijn aanwijzingen van organisaties en journalisten, waarin wordt gesteld dat er wel degelijk natuurbos sneuvelt voor biomassa en dat hout wat als grondstof ingezet kan worden toch als pellets in energiecentrales belandt. Zie bijvoorbeeld het rapport van SOMO. Dit zou niet alleen in strijd zijn met de Nederlandse regels, maar ook met de Europese wet. Volgens het PBL is het niet duidelijk of dit structureel plaatsvindt en zou dit beter onderzocht moeten worden.

Is biomassa echt nodig?

Hebben we biomassa voor energie echt nodig? In het Klimaatakkoord is een belangrijke rol weggelegd voor biomassa in de verduurzaming van de Nederlandse energievoorziening.

Biomassa wordt in het energiebeleid vooral gezien als tussenoplossing, tot het moment dat andere duurzame opties goedkoper en verder ontwikkeld zijn. Zo kunnen in het zware wegtransport en de scheepvaart biobrandstoffen de tijd overbruggen totdat er omgeschakeld kan worden naar aandrijving door elektriciteit of groene waterstof. Biomassa wordt ook gezien als een belangrijke tussenoplossing voor warmtenetten, tot alternatieven zoals geothermie goedkoper en voldoende beschikbaar zijn.

Niet iedereen is ervan overtuigd dat biomassa zo'n grote rol zou moeten spelen. Tegenstanders van biomassa als energiebron, zoals sommige natuurorganisaties, vinden dat de subsidies voor biomassa direct gestopt moeten worden.

De SER heeft in 2020 geadviseerd om biomassa meer in te zetten als grondstof. De inzet als energiebron moet waar dat kan af worden gebouwd, mits de klimaatdoelen daardoor niet in gevaar komen. Uit een advies van het PBL uit 2020 blijkt dat het te snel afbouwen van biomassa voor warmte ertoe kan leiden dat de klimaatdoelen niet worden gehaald.

Waar is men het wel over eens?

Er is veel discussie over biomassa, maar er zijn een aantal punten waar voor- en tegenstanders het in grote lijnen over eens zijn.

  • Liever biomassa gebruiken als grondstof, dan als energiebron. De belangrijkste rol is weggelegd voor biomassa als grondstof voor meubels, papier of bouwmaterialen. Ook in de chemie kan het een belangrijke rol spelen. Biomassa gebruiken voor energie moet vooral gebeuren daar waar weinige alternatieven zijn, zoals in de lucht- of scheepvaart.
  • Veel partijen zijn het ook eens dat de subsidies voor biomassa teveel gericht zijn op energie-inzet en te weinig op inzet op gebruik als grondstof en in de chemie, waar de rol van biomassa op de lange termijn groter is.
  • Niemand wil hele bomen die geschikt zijn voor bouwmaterialen opbranden in energiecentrales.
  • Gebruik van houtige biomassa is een optie onder voorwaarden. Zolang het hout uit duurzaam bosbeheer komt, oerbossen en beschermde bossen onaangetast blijven.
  • Gebruik van reststromen voor energieopwekking is een goed idee, als het fossiele bronnen vervangt en er geen betere toepassingen voor zijn. Denk aan dun hout, krom hout of zaagsel dat niet anders gebruikt kan worden.

Biomassa in Nederland

Biomassa, alle soorten opgeteld, is de meest gebruikte vorm van hernieuwbare energie in Nederland. Meer dan de helft van de energie uit biomassa wordt gebruikt voor warmte, de rest voor vervoer en elektriciteit. De afgelopen jaren neemt het aandeel van biomassa wel af, omdat het totaal aan hernieuwbare energie in Nederland sneller toeneemt dan het gebruik van .

Een aantal regels hebben het gebruik van biomassa voor energie doen stijgen. Bij bedrijven wordt meer biomassa gestookt, door gunstige subsidies. Daardoor zijn er bij meer bedrijven (grotere) biomassaketels gekomen. Ook het (mee)stoken van biomassa in kolencentrales is door subsidies toegenomen. Het gebruik van biomassa in vervoer is toegenomen sinds in 2005 voor leveranciers verplicht werd om biobrandstoffen te gebruiken. Sindsdien wordt dit meestal bijgemengd met gewone diesel en benzine.

Herkomst in Nederland gebruikte biomassa

Biomassa die in Nederland voor energie wordt gebruikt, is voornamelijk houtige biomassa: sloophout, snoeihout, toppen of andere hout uit nevenstromen in de bosbouw. Er zijn strenge eisen over welk hout gebruikt mag worden. Voor energie- en warmtecentrales mag alleen hout worden gebruikt wat ontstaat als onvermijdelijk bijproduct in de bosbouw. Hele bomen mogen niet in verbrandingsovens belanden, tenzij ze bijvoorbeeld te rot of misvormd zijn om nog anders gebruikt te worden.

Het grootste gedeelte van de biomassa komt uit Nederland zelf, een deel wordt geïmporteerd uit bijvoorbeeld de Baltische Staten en de VS. Nederland heeft strenge regels wat betreft duurzaamheid van het hout uit andere landen. Zo mag er geen natuurbos sneuvelen, mag de koolstofvoorraad in het bos niet minder worden en moet het gaan om hout uit nevenstromen. Er is discussie over of deze strenge regels wel goed gehandhaafd worden, en of ze wel echt streng genoeg zijn.

Beleid

In het Klimaatakkoord zijn afspraken gemaakt over het terugdringen van de CO2-uitstoot in Nederland om klimaatverandering tegen te gaan. Er wordt vanuit gegaan dat dit alleen haalbaar is als biomassa wordt gebruikt. Dat moet dan wel onder voorwaarden gebeuren:

  • Biomassa moet in de eerste plaats worden ingezet als grondstof. Pas daarna als energiebron of brandstof.
  • Biomassa moet zoveel mogelijk uit Nederland komen.

In het Klimaatakkoord staan ook afspraken over het opwekken van hernieuwbare energie. Eén van de afspraken is dat het aandeel van biomassa voor hernieuwbare energie kleiner moet worden. Er moet meer opgewekt worden uit zonne- en windenergie. Onder strenge regels mag er in kolencentrales biomassa worden bijgestookt.

Zie voor actuele cijfers over hernieuwbare energie per dag, maand of jaar: www.energieopwek.nl.

De toekomst van biomassa

De verwachting is dat tot 2030 de inzet van biomassa als energiebron in Nederland in omvang min of meer gelijk blijft. Maar het aandeel in de hernieuwbare energiemix zal dalen, omdat de totale hoeveelheid hernieuwbare energie wél zal stijgen.

Als bron voor elektriciteit zal de rol van biomassa naar verwachting de komende jaren iets toenemen en daarna afnemen. De verwachting is dat rond 2030 biomassa vrijwel niet meer gebruikt wordt om elektriciteit op te wekken, omdat er dan meer wind- en zonne-energie zou zijn en subsidies voor meestook van biomassa stoppen.

Als warmtebron speelt biomassa naar verwachting de komende jaren een grotere rol. Er wordt verwacht dat er meer warmte wordt geproduceerd via afvalverbranding en biomassaketels. De voorspelde groei is wel onzeker, omdat het afhangt van factoren zoals beschikbaarheid van subsidies en ontwikkeling van alternatieve warmtebronnen.