Vlooien

Vlooien zijn lastig te bestrijden. Daarom is het belangrijk om een vlooienplaag te voorkomen. Gelukkig is dat niet zo moeilijk.

Honden en katten die zich veelvuldig krabben, hebben meestal last van vlooien. De hardnekkige plaagbeestjes kunnen behalve jeuk ook infecties overbrengen, zoals de kattenkrabziekte of lintwormen. Op mensen kunnen vlooien niet overleven, maar dat proberen ze wel: vandaar dat jij soms ook gebeten wordt.

Tips tegen vlooien

  1. 01

    Een vlooienplaag is moeilijk onder controle te krijgen. Voorkómen is daarom erg belangrijk.

  2. 02

    Regelmatig en zorgvuldig stofzuigen helpt een plaag te voorkomen. Zuig vooral goed op plaatsen waar je huisdier vaak ligt.

  3. 03

    Klop kleden en honden- of kattenmanden regelmatig uit en was de bekleding op 60 °C of hang deze in de zon.

  4. 04

    Als de vlooien een plaag zijn geworden, behandel dan tegelijkertijd je huisdier(en) en de besmette plaatsen in huis.

Waar komen vlooien vandaan?

Vlooien komen voor op vogels en in het wild levende zoogdieren. Huisdieren hebben er ook last van: katten en honden, maar ook konijnen en kippen. Hoe weet je of jouw huisdier vlooien heeft? Door het dier een week lang elke dag te kammen met een speciale vlooienkam. Vind je volwassen vlooien of vlooienpoepjes, dan is het dier waarschijnlijk besmet. De poepjes zijn zwartbruine puntjes die op een witte tissue roodbruin verkleuren.

Close-up van een vlo. De eitjes en larven zijn met het blote oog bijna niet te zien.

Vlooienlarven in de mand

Zo'n vlooienbesmetting doen ze meestal buiten op, waar ze vlooieneitjes meenemen in hun vacht. Die eitjes zijn met het blote oog niet zichtbaar. Ze liggen, net als larven en poppen, vooral in de manden of op de kleden van huisdieren. Donkere, rustige plaatsen zijn favoriet bij vlooienlarven. Vaak is dat een tapijt, maar ook op een houten of stenen vloeren kan een vlooienplaag ontstaan.

Belangrijk om te weten bij de bestrijding van een vlooienplaag is dat 95 procent van de plaag in de omgeving aanwezig is in de vorm van eitjes, larven en poppen. Slechts 5 procent van de plaag zit op je huisdier. Deze 5 procent zijn de bijtende volwassen vlooien. Bij de bestrijding van vlooienplagen is het dus van belang om niet alleen de vlooien op het dier te bestrijden, maar ook de aanwas van nieuwe vlooien aan te pakken.

Stofzuigen, uitkloppen en kammen

Je kunt misschien niet voorkomen dat jouw huisdieren vlooien meenemen, maar wel dat ze uitgroeien tot een plaag:

  • Door elke dag te stofzuigen en de vloer te dweilen, ruim je eitjes en larven tijdig op. Zijn er al vlooien in huis, vervang de stofzuigerzak dan regelmatig. Verpak de gebruikte zak in een afgesloten plastic zak voordat je die weggooit.
  • Je verstoort de ontwikkeling van eitjes en larven ook als je kleden en manden regelmatig uitklopt en in de zon hangt. Een wasbeurt op 60 °C doodt de vlooienlarven.
  • Kam je huisdieren regelmatig met een ijzeren vlooienkam. Kom je vlooien tegen, leg ze dan in een bakje water met wat afwasmiddel. 
  • Geef je huisdier (in overleg met de dierenarts) preventief antivlooiendruppels, zodat eventuele vlooien zich niet meer voort kunnen planten.
  • Een vlooienband beperkt zich vooral tot de nek en is daardoor niet altijd even effectief.

Huismiddeltjes

In (dieren)winkels zijn middelen te koop op basis van etherische oliën en vetzuren. Die werken niet. Ook knoflook, biergist en kruiden helpen je niet van de plaag af en zijn niet toegelaten als bestrijdingsmiddel.

Heb je geen huisdieren in huis, maar wel vlooien? Plaats dan 's nachts een kaarsje in een bak water met afwasmiddel en wat zonnebloemolie. Vlooien springen naar het licht en verdrinken in het water. Zorg er wel voor dat de bak water zo groot is dat het kaarsje dooft, als het omvalt. Ook een plat wit bord met een sopje en olie kan dit effect hebben: de vlooien komen af op de witte kleur.

Chemische bestrijding

Infographic over gebruik bestrijdingsmiddelen (Klik om te zoomen)

Tegen vlooien zijn chemische bestrijdingsmiddelen te koop. Koop alleen middelen met een toelating van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) en koop nooit iets waar de ingrediënten niet op staan. Een toegelaten middel herken je op de verpakking aan een nummer dat begint met 'NL', 'EU' of eindigt op een 'N'. Lees meer over toegelaten middelen. Welk middel je mag gebruiken tegen een plaag kun je ook vinden op de toelatingslijst van het Ctgb.

Bestrijdingsmiddelen zijn vaak toegelaten voor specifieke (plaag)dieren. Twijfel je over met welke plaagdier jij te maken hebt? Dan kun je het Kennis- en adviescentrumdeterminatie (KAD) inschakelen om erachter te komen. Hier zijn wel kosten aan verbonden.

Volg altijd de gebruiksaanwijzing

Dat een middel is toegelaten betekent nog niet dat het milieuvriendelijk is. Sommige stoffen zijn bij verkeerd gebruik schadelijk voor het grondwater, de bodem of voor andere dieren dan het plaagdier. Volg daarom altijd nauwkeurig de gebruiksaanwijzing van een bestrijdingsmiddel. Zo houd je de risico's voor je gezondheid en het milieu zo laag mogelijk.

Negeer vage claims

Soms zie je termen als 'plantaardig', ‘natuurlijk’ of ‘milieuvriendelijk’ op het etiket staan. Dit soort vage kreten zeggen weinig bij een bestrijdingsmiddel: gif is gif. Dat geldt ook voor 100% natuurlijke middelen. Laat je dus niet misleiden door dit soort claims, maar check altijd de kleine lettertjes op het etiket.

Klein chemisch afval

Laat na gebruik de spuitbus of andere verpakking heel en lever restanten in als klein chemisch afval.

Professionele bestrijding

Heb je alles geprobeerd en heb je nog steeds last van de plaag? Schakel dan professionele bestrijders in. Erkende bestrijders kijken eerst samen met jou wat je aan preventie kunt doen. Pas als laatste redmiddel gebruiken ze gif. Erkende professionele plaagdierbestrijders kun je vinden via het KAD, of via brancheverenigingen NVPB of PLAN.

Chemische middelen voor dieren

Alleen de ruimte behandelen heeft geen zin, dus ga naar de dierenarts om ook je huisdier tegen vlooien te behandelen. Als je dit systematisch doet (volg de gebruiksaanwijzing) is het behandelen van je huis meestal niet meer nodig: de vlooien sterven voor ze de kans krijgen zich in je tapijt te nestelen en voort te planten. Chemische antivlooienmiddelen die je van de dierenarts krijgt en die alleen op de dieren zelf gebruikt mogen worden, zijn diergeneesmiddelen. Ze ontregelen de voortplanting van vlooien. Meestal zitten deze middelen in pipetjes waarmee je de stof aanbrengt in de nek van je huisdier. Spoel restjes niet weg, maar lever ze – net als ongebruikte pipetjes – in bij het klein chemisch afval. Lege pipetjes kun je bij het restafval gooien.

Vlooienband en vlooienpoeder

Een vlooienband is een kunststof halsband geïmpregneerd met een insecticide: de werking beperkt zich vooral tot de omgeving van de nek en hals waardoor een vlooienband niet altijd even effectief is. Veel vlooienbandjes zijn niet voorzien van een veiligheidssluiting, wat gevaarlijke situaties oplevert als de kat ergens achter blijft haken. Er kan beter gekozen worden voor een veiliger en effectiever middel. Het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren raadt ook vlooienpoeders voor op het huisdier zelf af. Het wordt makkelijk afgeschud of afgelikt en is dan giftig voor het huisdier zelf, en andere (huis)dieren. Er zijn veiliger en effectievere middelen beschikbaar, zoals spot-on druppels in de nek.