5 landbouwmethoden op een rij

Keurmerken helpen kiezen

Keurmerkenwijzer Wat betekent een keurmerk voor het milieu, dierenwelzijn, mens en werk? Zoek het op met de Keurmerkenwijzer! Check het plaatje
Ons eten is afkomstig van landbouw. Dus we kunnen niet zonder. Maar er zijn verschillende landbouwmethoden, met grote verschillen in impact op klimaat en milieu. Milieu Centraal zet vijf landbouwmethoden op een rij. En de keurmerken waaraan je hun producten herkent.

De meest voorkomende landbouwmethode in Nederland is , ook wel intensieve landbouw genoemd. Landbouwmethoden met minder schadelijke gevolgen, te herkennen aan een keurmerk, zijn geïntegreerde landbouw, biologische landbouw, biologisch-dynamische landbouw en kringlooplandbouw.

Het is lastig om landbouwmethoden één op één te vergelijken en aan te geven welke 'de beste' is. Ze hebben elk hun eigen insteek en daarom verschillen de effecten op milieu en klimaat en dierenwelzijn.

Wereldwijd veroorzaakt landbouw een kwart van alle CO2-uitstoot. Maar er zijn meer schadelijke gevolgen van landbouw. Onderzoeken laten zien dat onze voedselproductie snel anders moet, omdat de schade voor mens en natuur anders te groot wordt.

Landbouwmethode gericht op hoge productie en lage kosten. Heet ook wel intensieve landbouw. Voldoet aan wettelijke regels.

Zo eet je meer klimaatbewust

  1. 01

    Eet minder vaak vlees, eieren en zuivel. Deze hebben namelijk de grootste impact op klimaat en milieu, ongeacht de landbouwmethode.

  2. 02

    Kies voeding met een keurmerk voor biologische of biologisch-dynamische landbouw. Check de Keurmerkenwijzer.

  3. 03

    Wees bereid meer te betalen voor je eten. Als iedereen dat doet, vergroot de markt voor milieuvriendelijke producten. Dan pas kunnen meer landbouwbedrijven overstappen naar duurzamere methoden.

  4. 04

    Kijk voor meer tips op milieubewust eten.

Herken jij de keurmerken?

Test je kennis Weet jij welke keurmerken er zijn voor duurzame landbouwproducten? En herken je ze in de supermarkt? Speel de quiz!

Gangbare landbouw

heet zo omdat dit in Nederland de meest voorkomende landbouwmethode is. Deze methode is gericht op efficiëntie: hoge productie tegen lage kosten. Daarom heet deze landbouwmethode ook wel 'intensief'.

Gangbare landbouw voldoet aan wettelijke regels voor onder andere gebruik van dierlijke mest en waterkwaliteit. Desondanks heeft deze landbouwmethode schadelijke gevolgen voor milieu en klimaat. Verduurzamen is niet verplicht. Een deel van de gangbare landbouwbedrijven zet overigens wel vrijwillig duurzamere stappen. Data daarover, of over de (verminderde) milieugevolgen, zijn er niet. Daarom gaat Milieu Centraal uit van milieugevolgen die ontstaan als gangbare landbouwbedrijven zich (alleen) houden aan de minimale wettelijke regels.

Milieugevolgen gangbare landbouw

Gangbare landbouw heeft 4 duidelijke gevolgen voor milieu en klimaat: klimaatverandering en schaarste in (fossiele) grondstoffen, slechte bodemkwaliteit, verminderde biodiversiteit en vervuiling en tekort aan water.

En deze landbouwmethode zorgt voor de meeste schade aan milieu en klimaat, vergeleken met geïntegreerde landbouw, biologische, biologisch-dynamische en kringlooplandbouw.

Landbouwmethode gericht op hoge productie en lage kosten. Heet ook wel intensieve landbouw. Voldoet aan wettelijke regels.

Geen keurmerk? Dan vaak gangbaar

Producten uit de gangbare landbouw hebben geen keurmerk. Heeft een product geen keurmerk, dan is de kans groot dat het product 'gangbaar' is. Wel drie kanttekeningen:

  • Er zijn gangbare landbouwbedrijven die vrijwillig verduurzamen en minder milieuschade veroorzaken. Dat kun je als consument alleen niet zien aan de producten.
  • Er zijn ook landbouwbedrijven die wel een milieuvriendelijke landbouwmethode gebruiken, maar geen keurmerk aanvragen. Bijvoorbeeld omdat ze dit te duur vinden. Ook dit kun je als consument dus niet zien aan het product.
  • Er zijn netwerken van bedrijven die natuurinclusief boeren. Hun producten zijn niet door een keurmerk te herkennen. Onderaan deze pagina vind je verwijzingen naar meer informatie.

Geïntegreerde landbouw

Het uitgangspunt van geïntegreerde landbouw is dat de landbouw in balans moet zijn met de draagkracht van de aarde. Bronnen mogen niet op raken. Geïntegreerde landbouw combineert productie met landschap- en natuurbeheer. Er wordt zo weinig mogelijk en zo efficiënt mogelijk gebruik gemaakt van stoffen die van buiten het bedrijf komen, zoals kunstmest en bestrijdingsmiddelen. De focus ligt op het herstellen van bodemkwaliteit, biodiversiteit en van de natuurlijke weerstand van gewassen en productiesystemen. Daarom werkt de geïntegreerde landbouw met de volgende regels:

  • Gebruik van duurzame energiebronnen wordt gestimuleerd, net als energiebesparing.
  • Bij de productie van zuivel geldt een maximale CO2-uitstoot per hoeveelheid melk.
  • Zo min mogelijk gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen of kunstmest, en aandacht voor het voorkómen van ziekten en plagen;
  • Op de akkers staan verschillende gewassen en/of de boer maakt stroken met bloemen rond akkerranden om nuttige insecten aan te trekken.
  • Melkkoeien mogen alleen soja eten met RTRS-certificaat; dat betekent dat de soja duurzamer is geteeld. Minimaal de helft van het eiwithoudende voer moet van eigen land komen.

Keurmerk: On the way to PlanetProof

Producten met het keurmerk On the way to PlanetProof zijn geteeld volgens bovenstaande uitgangspunten van geïntegreerde landbouw. Je vindt ze in veel Nederlandse supermarkten. Ook producten uit het buitenland kunnen dit keurmerk dragen.

Aan dit keurmerk herken je geïntegreerde landbouw

Biologische landbouw

Biologische landbouw combineert de beste praktijken op milieugebied met een hoog niveau van biodiversiteit, instandhouding van natuurlijke hulpbronnen en strenge normen voor dierenwelzijn. De regels waar biologische landbouw zich onder meer aan moet houden, zijn:

  • Gewassen groeien in de volle grond (behalve als dat niet kan, zoals bij paddenstoelen).
  • Om ziekten en plagen te voorkomen worden gewassen afgewisseld en wordt geschoffeld en onkruid gewied. Bestrijdingsmiddelen worden zo weinig mogelijk gebruik.
  • Mest die overtollig is, gaat naar andere biologische landbouwers.
  • Vee krijgt meer ruimte, staat vaker buiten en krijgt minder krachtvoer.

Wat valt onder 'biologisch' is vastgelegd in wetgeving van de Europese Unie. Het is daarom een beschermde term, net als bio, eko, eco en organic. Alléén producten die voldoen aan de EU-wetgeving mogen deze namen dragen. 

Lees meer over biologische landbouw.

Keurmerk: EU-biologisch en EKO

Je herkent biologische producten aan het EU-biologisch keurmerk. Producten met het Nederlandse EKO-keurmerk zijn ook biologisch. EKO stelt zelfs strengere eisen dan de Europese wetgeving. En ook andere landen hebben biologische keurmerken. Zoals USDA (VS), Agriculture Biologique (Fr) en Bio-Siegel (D). Op deze producten staat altijd ook het logo van EU-biologisch.

Aan dit keurmerk herken je biologische landbouw

Biologisch-dynamische landbouw

Biologisch-dynamische (ofwel biodynamische) landbouwbedrijven kijken holistisch naar de natuur en het boerderijleven: ze gaan er vanuit dat alles met alles samenhangt. Die visie is gebaseerd op de antroposofische principes van Rudolf Steiner.

Deze landbouwmethode voldoet aan EU-regelgeving voor biologische landbouw, maar hanteert nog strengere regels, bijvoorbeeld over het sluiten van kringlopen. Stichting Demeter heeft de werkwijze voor Nederlandse boeren vastgelegd. Uitgangspunten zijn: een levende bodem, vitale voeding, biodiversiteit, dierenwelzijn en landbouw van de toekomst. Naast de uitgangspunten voor biologisch, houdt biodynamische landbouw zich ook hier aan:

  • Boeren verbouwen zelf veevoer en hebben niet meer vee dan ze zelf kunnen voorzien van voer.
  • De mest van het vee (en dus stikstof en andere voedingsstoffen) wordt gebruikt voor akkerbouw of tuinbouw.
  • Processen die heel veel grondstoffen of energie nodig hebben, worden vermeden.
  • Voor elektriciteit is groene stroom verplicht. Bij gebruik van andere, niet-duurzame energiebronnen moeten boeren energie besparen of een duurzame bron zoeken.
  • Gebruik van kunstmest is niet toegestaan. Minstens 60 procent van de bemesting gebeurt met dierlijke mest afkomstig uit biologische veehouderij.
  • Alleen biologische middelen voor gewasbescherming zijn toegestaan.

Vanwege deze uitgangspunten zijn biologisch-dynamische bedrijven vaak gemengde bedrijven (zowel akkerbouw als veeteelt), of werken ze nauw samen met landbouwbedrijven in de buurt.

Keurmerk: Demeter

Producten uit de biologisch-dynamische landbouw herken je aan het Demeterkeurmerk. Aangezien deze producten ook voldoen aan de EU-regels voor biologische landbouw, staat op deze producten ook altijd het keurmerk EU-biologisch. Je vindt producten met Demeterkeurmerk alleen in ecologische of natuurwinkels.

Aan dit keurmerk herken je biodynamische landbouw

Kringlooplandbouw

Het uitgangspunt van kringlooplandbouw is eenvoudig: op zo’n manier landbouw bedrijven dat er geen afval overblijft. Alle grondstoffen en eventuele reststromen worden zo veel mogelijk benut en hergebruikt binnen de landbouw, vandaar de naam. Dat hoeft een bedrijf niet alleen voor elkaar te krijgen, maar mag ook in samenwerking met andere landbouwbedrijven.

Deskundigen zien kringlooplandbouw als dé oplossing om de groeiende wereldbevolking te kunnen blijven voeden én tegelijkertijd klimaat, milieu en natuur minder te belasten. Kringlooplandbouw staat nog wel in de kinderschoenen. De methode is niet officieel vastgelegd en kent nog geen regels of keurmerken. Milieu Centraal gaat daarom uit van de visie op kringlooplandbouw van het Nederlandse ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Volgens die visie geldt voor kringlooplandbouw:

  • Akkerbouw, veehouderij en tuinbouw gebruiken resten en afval uit elkaars bedrijven en uit de voedingsmiddelenindustrie.
  • Vee krijgt primair gras, gewasresten of resten uit de voedingsindustrie te eten. De hoeveelheid beschikbare resten en afval bepaalt hoeveel dieren een bedrijf kan houden.
  • Akkers worden vooral gebruikt om eten voor mensen op te verbouwen.
  • Zo weinig mogelijk inzet van kunstmest, door veel aandacht voor de bodemkwaliteit en -vruchtbaarheid. Waar nodig, vult de boer met precisiebemesting voedingsstoffen aan.
  • Boeren voorkomen ziekten en plagen door planten en dieren te kiezen die hiervoor minder vatbaar zijn. En door op en rond de akker de biodiversiteit te ondersteunen, met bijvoorbeeld bloemenstroken, wisselende gewassen en schuilplaatsen voor natuurlijke vijanden van plaaginsecten.
  • Grazend vee staat op landbouwgrond die ongeschikt is voor voedselproductie.
  • Het aantal dieren op een bedrijf is in balans met de hoeveelheid mest die gebruikt kan worden voor akker- en tuinbouw.
  • Energiegebruik is zo laag mogelijk en zo veel mogelijk uit hernieuwbare bronnen.

Natuurinclusieve landbouw lijkt op kringlooplandbouw

Kringlooplandbouw heeft een grote overlap met natuurinclusieve landbouw. Daarom worden deze termen ook wel door elkaar gebruikt. Natuurinclusieve landbouw richt zich op behoud van biodiversiteit in en om het landbouwbedrijf, met zorg voor water-, lucht- en bodemkwaliteit. En met aandacht voor een aantrekkelijk en toegankelijk landschap. Verschillende organisaties brengen natuurinclusieve (kringloop)landbouw in de praktijk en doen onderzoek.

Nog niet herkenbaar in de winkel

Er is geen apart keurmerk voor kringlooplandbouw. Wil je kiezen voor producten die zijn gemaakt door bedrijven die kringlooplandbouw nastreven? Let dan op biologisch(-dynamische) keurmerken. Je vindt ze in de Keurmerkenwijzer. Onderaan deze pagina staan verwijzingen naar boerderijen die die werken volgens de principes van kringlooplandbouw.

Voor- en nadelen landbouwmethoden

Alle landbouwmethoden die duurzaamheid meenemen in hun uitgangspunten, zetten stappen om schade aan klimaat en milieu te verminderen. Hoe ver ze daarin gaan verschilt. Biologisch-dynamische landbouw zet de grootste stappen.

Een voorbeeld: alle landbouwmethoden behalve de gangbare, bevorderen biodiversiteit en bodemkwaliteit via allerlei maatregelen. Denk aan plaagbeheersing door het aanleggen van bloemenstroken, schuilplaatsen bieden voor vijanden van plaaginsecten, wisselteelt en beperkte inzet van bestrijdingsmiddelen. Bij het keurmerk On the way to PlanetProof zijn enkele van deze maatregelen een keuzemaatregel. Voor de biologische keurmerken zijn meer maatregelen verplicht. On the way to PlanetProof stelt wel weer, in tegenstelling tot de biologische keurmerken, eisen aan het beperken van broeikasgasuitstoot.

Hoe groter de duurzame stappen die boer zet, des te groter de voordelen. Dus: des te minder uitstoot van broeikasgassen, minder schaarste van (fossiele) grondstoffen, betere bodemkwaliteit, meer biodiversiteit en dierenwelzijn, en minder vermesting, vervuiling en tekort aan (grond)water.

Nadeel: lage opbrengst

Eerlijk is eerlijk: duurzamere landbouw kan ook nadelen hebben. Voor een bepaalde opbrengst aan gewassen, vlees en zuivel, hebben duurzame(re) landbouwmethoden bijvoorbeeld meestal meer landoppervlak nodig, dan gangbare landbouw.

Vooral het maken van dierlijke producten heeft veel ruimte nodig. Als iedereen minder dierlijke producten eet, komt er ruimte vrij voor productie die weliswaar mogelijk meer ruimte in neemt, maar die beter is voor mens, natuur er dier.

Nadeel: grote aanpassing nodig

Een heel ander nadeel van duurzamere landbouwmethoden, is dat de inrichting van Nederlandse landbouw hiervoor moet veranderen. Dat kost veel geld en tijd. Dit geldt zeker voor kringlooplandbouw. Het is nu bijvoorbeeld praktisch en qua regelgeving nog niet mogelijk om afvalstromen zo te organiseren, dat je al het restmateriaal en afval nuttig inzet in het landbouwproces.

Vragen over landbouwmethoden

Meer weten?

  • Check in de Superlijst Groen van Questionmark welke supermarkt je het meest helpt bij het maken van milieuvriendelijke keuzes: thequestionmark.org.

  • Er zijn steeds meer initiatieven waarbij boeren en burgers samenwerken aan duurzame vormen van landbouw:
    • Bij Land van Ons koop je gezamenlijk landbouwgrond en draag je bij aan herstel van landschap en biodiversiteit.
    • Bij Herenboeren.nl ben je coöperatielid van je eigen Herenboerderij, je helpt mee en je plukt letterlijk de vruchten van je arbeid. Dit zijn enkele bekende voorbeelden, maar er zijn meer initiatieven.
  • Met Community Supported Agriculture gaan boeren en burgers een partnerschap aan, het wordt ook wel gemeenschapslandbouw genoemd. Via het CSA netwerk kun je een initiatief bij jou in de buurt vinden.
  • Onderzoeksinstituut Louis Bolk onderzoekt en stimuleert duurzame landbouw, voeding en gezondheid, ondersteund door het Ministerie van LNV: Natuurinclusief.info.
  • Caring Farmers is een boerenbelangenbehartiger voor boeren die bezig zijn met (aanpassing naar) natuurinclusieve kringlooplandbouw. Caringfarmers.nl.