Een tuinvijver met een natuurlijk evenwicht heeft weinig onderhoud nodig, belast het milieu minimaal en is relatief goedkoop. Je hoeft geen dure filters, pompen, uv-lampen en chemicaliën te gebruiken. Bovendien is jouw waternatuur een prettige plek voor insecten, kikkers en padden, die in de stad vaak veel te weinig leefruimte hebben.
Kies voor vijvermaterialen die lang meegaan, zoals EPDM-folie of een bak van HDPE.
Vul de vijver binnen 24 uur met voldoende zuurstofproducerende planten.
Koop geen ‘vijveraarde’; die is ongeschikt omdat er te veel voedingsstoffen in zitten.
Leidingwater is de beste optie voor uw natuurlijke vijver. Grond- en regenwater zijn een minder goede basis.
Een vijver krijgt het snelst een goede bacteriënmix als je er een emmer water in gooit die afkomstig is uit een gezonde vijver in de buurt.
De beste plek voor een vijver is een redelijk zonnig stukje tuin dat niet onder de bomen ligt. Waterplanten hebben zonlicht nodig, maar ook weer niet te veel: dat geeft overdadige algengroei. Als de vijver onder bomen staat, vallen er bladeren in. Bladafval rot in het water en dat levert een overschot aan voedingsstoffen op. Ook dat veroorzaakt vaak een explosieve algengroei.
Welke vijver je ook kiest: een natuurlijk evenwicht is het makkelijkst te bereiken in een vijver van 1.000 liter of meer. Breng je daarin verschillende niveaus aan (15-20 cm, 35-40 cm en 80-100 cm), dan krijg je er een grote variatie aan waternatuur voor terug. Wil je straks vissen uitzetten in je tuinvijver? Zorg er dan voor dat de vijver minstens 75 cm diep is.
Ook als je geen grote tuin hebt, kun je toch een natuurlijke minivijver aanleggen die kleine dieren en insecten aantrekt. Bijvoorbeeld in een houten ton of een kunststof bak, waarin je een bodem legt van zand of cement. Als de vijver ondiep is (minder dan 25 cm) zijn alleen moerasplanten geschikt.
Fabriceer je zelf een vijver met folie op de bodem, dan is EPDM-folie de beste keuze voor het milieu. Deze folie is sterk en gaat tot 30 jaar mee, net iets langer dan HDPE-folie dat ook een goede optie is. Vijverfolie van pvc is het minst milieuvriendelijk: de productie belast het milieu meer en het gaat hooguit 15 jaar mee. Landbouwfolie is te dun om je vijverbodem mee te bekleden.
Online, in tuincentra en doe-het-zelfzaken kun je in plaats van folie ook voorgevormde vijverbakken kopen. Kunststof bakken van HDPE versterkt met glasvezel zijn milieuvriendelijk, maar een tweedehands exemplaar is nog beter. Een HDPE-bak kan tientallen jaren meegaan en is dus prima opnieuw te gebruiken. De productie van polyester vijverbakken is schadelijker voor het milieu dan die van HDPE.
Ook beton is een milieuvriendelijke optie, omdat dit bijzonder lang meegaat. Zo'n vijverbak moet je wel laten aanleggen door een professioneel bedrijf. Ook een lemen bak kun je beter niet bouwen zonder deskundige begeleiding. Leem is een natuurproduct en herbruikbaar, wat dit product milieuvriendelijk maakt. Maar voor een vijver is wel veel leem nodig.
Leg je beschoeiing of vlonders rond de vijver? Kies dan voor verantwoord hout of composiet (houtvezel met kunststof). Kunststof is minder geschikt, omdat dit door zonlicht binnen 5 tot 10 jaar broos wordt.
In tuincentra kun je speciale 'vijveraarde' kopen om op de bodem te leggen. Dit is een onzinproduct en is niet geschikt voor vijvers: deze aarde bestaat grotendeels uit turf met (te) veel voedingsstoffen. Producten met veengrond (turf) zoals vijveraarde en potgrond hebben bovendien als nadeel dat ze veel milieuschade veroorzaken. In veengrond zit CO2 opgeslagen en die komt vrij bij het afgraven. Daarnaast kan het afgraven ook zorgen voor aantasting van het veengebied. Leem is het beste alternatief, of anders de onbemeste tuinaarde die je hebt uitgegraven voor het gat van de vijver.
Vul je vijver niet met grondwater (te veel ijzer) of regenwater (te zuur). Leidingwater is het beste voor een vijver, bij voorkeur met een hardheid van 12 °dH of hoger. In water met een lagere hardheid zit onvoldoende calcium en magnesium, maar dat kun je oplossen door eenmaal per jaar vijverkalk toe te voegen.
Bacteriën zijn onontbeerlijk in gezond vijverwater. Koop daarvoor geen producten die 'het biologisch evenwicht stimuleren'. Een goede bacteriënmix krijg je door er een emmer water in te gooien die je uit een gezonde vijver in de buurt haalt.
Belangrijk is dat je binnen 24 uur nadat je de vijver met water hebt gevuld voldoende zuurstofplanten plaatst. Reken per 1.000 liter water op vier bosjes of één mandje zuurstof producerende planten. De effectiefste zuurstofplant is glanzend fonteinkruid.
Zuurstofplanten houden het vijverwater helder en bewaren het natuurlijke evenwicht.
Wees sowieso niet te zuinig met planten in je vijver. Als je minimaal 30 procent van het wateroppervlak bedekt met drijfplanten als waterlelies, blijft de vijver ook in de zomer lekker koel en krijgen algen weinig kans. Groeien je planten niet goed, dan is het CO2-gehalte in het water vaak te laag. Dat kun je verhelpen door wat vijverkalk of speciale CO2-tabletten toe te voegen.
Pas als meer dan de helft van je vijver is bedekt met drijfplanten, wordt het tijd om er een paar te verwijderen. Maar zet verwijderde planten niet in een naburige sloot! Vijverplanten zijn vaak uitheemse soorten die enorm kunnen gaan woekeren in de vrije natuur. De gft-bak is een betere plek voor overtollige waterplanten.
Hoe leuk vissen ook zijn om naar te kijken, voor het vijverevenwicht zijn te veel vissen niet goed. Vissen kunnen je vijver vervuilen met hun uitwerpselen en zo het biologisch evenwicht verstoren. Een vuistregel is: niet meer dan 20 cm vislengte per vierkante meter wateroppervlak.
Bedenk ook goed welke vis jij in je vijver wilt laten zwemmen. De populaire koi-karper vereist bijvoorbeeld een (duur) waterzuiveringssysteem dat veel stroom kost. Wil je een natuurlijke vijver, dan kun je beter kiezen voor goudwinde, goudelrits, sarasa of shubunkin. Laat de eerste visjes pas na enkele maanden los in je nieuwe vijver. Dan hebben planten en bacteriën de tijd gehad om een natuurlijk evenwicht te vormen.
Een natuurlijke vijver heeft elk seizoen wat onderhoud nodig. Wat kun je het beste wanneer doen?
Haal gedurende het hele jaar met een bladhark regelmatig dode plantenresten uit de vijver. Zo voorkom je algengroei. Rijst het algenprobleem toch de pan uit, dan kun je watervlooien uitzetten (te koop in tuincentra). Dit helpt echter niet als je vissen hebt, omdat vissen watervlooien eten.
Een betere oplossing is: het natuurlijk evenwicht herstellen door meer zuurstofplanten in je vijver te plaatsen. Daarmee ga je ook het ontstaan van draadalgen (wieren) tegen. Draadalgen zijn overigens met een bladhark vrij gemakkelijk te verwijderen.
Pompen en filters gebruiken veel stroom, zijn vaak duur en meestal overbodig. Sterker nog, ze kunnen het natuurlijk evenwicht in jouw vijver juist verstoren. Een pomp zuigt waardevolle kleine diertjes op – en dat overleven ze vaak niet.
Filters om het water te reinigen van vissenpoep en andere afvalstoffen zijn niet nodig als je het aantal vissen in je vijver beperkt. Hetzelfde gaat op voor uv-lampen tegen algengroei: een natuurlijk evenwicht in jouw vijver voorkomt de aanwas van algen.
Vind je een fonteintje (en dus een pomp) of verlichting bij je vijver aantrekkelijk? Kies dan voor apparaten op zonne-energie of sluit een timer aan.