Vraatinsecten in de tuin

Verschillende insecten(larven) zien jouw tuinplanten als een lekker hapje. Je bestrijdt ze het makkelijkst door natuurlijke vijanden, zoals lieveheersbeestjes, vogels en egels naar je tuin te lokken.

Tips tegen vraatinsecten

  1. 01

    Maak je tuin aantrekkelijk voor de natuurlijke vijanden van plagen, zoals lieveheersbeestjes, egels en vogels. Zorg voor gevarieerde beplanting, nestkastjes en schuilplaatsen.

  2. 02

    Verwijder aangetaste takken of bladeren met bijvoorbeeld bladluis. Gooi die niet op je composthoop, maar bij het gft-afval. Anders breng je de beestjes later zelf weer terug in je tuin. Insecten op jonge scheuten kun je met de hand verwijderen of met een stevige waterstraal.

Veelvoorkomende vraatbeestjes

Luizen

Je herkent luizen aan de vieze, plakkerige plekken op een plant. De beestjes leven namelijk van plantensappen. De suiker (honingdauw) die daarin zit, scheiden ze af als een plakkerig goedje. Groene en zwarte luizen zitten vaak op jonge scheuten, andere luizen eten bij voorkeur van de stam of takken.

Luizen staan op het menu van lieveheersbeestjes en gaasvliegen. Komen deze nuttige insecten niet vanzelf op jouw tuin af, koop dan zakjes met larven en hang ze in de aangetaste struik of plant. Ze zullen zich snel verspreiden op zoek naar een luizenmaaltijd. Per dag kan een larve tot tachtig bladluizen eten! De larvenzakjes zijn vooral zinvol kort nadat je de eerste luizen hebt gesignaleerd.

Mijten

Mijten laten doffe bladeren achter, soms met spinseldraden aan de onderkant. Het zijn kleine spinachtige beestjes die veel voorkomen op coniferen en lindebomen.

Taxuskevers

Rupsen kun je makkelijk met de hand weghalen. Taxuskevers schuilen aan de onderkant van planken. Als je een paar planken tussen de aangetaste planten legt, kun je de kevers 's ochtends verzamelen. Krielkippen lusten graag taxuskevers, maar ook jonge aanplant: laat ze dus alleen los in een tuin met volwassen planten. Tot slot kun je deze kevers op natuurlijke wijze bestrijden met speciale aaltjes, die te koop zijn in tuinwinkels en via internet.

Aaltjes versus engerlingen

Andere aaltjes zijn goede plaagbestrijders als je last hebt van aardrupsen, emelten of engerlingen. Emelten (larven van langpootmuggen) in jouw gazon krijgen weinig kans als je het gras kort maait en niet besproeit als de langpootmuggen hun eitjes leggen; dat is eind augustus/begin september. Ook verticuteren of gaten prikken helpt tegen emelten en engerlingen: de beestjes kunnen slecht tegen verstoring. Je leest hier meer over bij gezond gazon.

Buxusmot

De rupsen van de buxusmot eten buxusstruiken kaal voor ze ontpoppen. De mot is afkomstig uit Azië en veroorzaakt in Nederland steeds meer schade. Behandelen met bestrijdingsmiddelen is meestal geen succes en gevaarlijk voor bijen. Let vanaf april goed op om nog tijdig actie te kunnen nemen en je buxus te beschermen.

Wees alert op signalen zoals spinsels, uitwerpselen, wormen of rupsen in je buxus. Kijk diep in de plant bij de onderste stammen en pols bij buren met een buxus of zij al problemen hebben. Een vroege behandeling vergt minder bestrijdingsmiddel en heeft meer garantie op succes. Je bent meestal te laat als je dode blaadjes, kale takjes en bladskeletten met spinsel ziet.

Verwijder rupsen en poppen met de hand en knip de spinsels eruit. Zwaar aangetaste delen van de struik kun je beter volledig verwijderen of afknippen. Voer de takken af in een afgesloten zak of container maar gooi de aangetaste buxus niet bij het gft. De rups, of de vlinder als de bak maar lang genoeg staat, kan dan namelijk ontsnappen, en voor je het weet verspreidt het beestje zich naar andere locaties.

Brandnetels tegen vraatinsecten

Met een brandnetelextract kun je fruitbomen en groenten beschermen tegen vraatinsecten zoals luizen, vlooien en spintmijt. Het middel is officieel goedgekeurd en je hebt in een paar stappen genoeg brandnetelsoep om plagen in je moestuin milieuvriendelijk te verwijderen. Meng 75 gram jonge brandnetelblaadjes met 1 liter drinkwater en laat het 3-4 dagen trekken bij 20°C. Verdun het middel 5 keer voor je het gebruikt.

Chemische bestrijding

Heb je alles geprobeerd, maar heb je nog steeds last van vraatinsecten in je tuin? Dan kun je overwegen om chemische bestrijdingsmiddelen in te zetten. Vanwege de belasting voor het milieu raden wij het af, maar in het geval van een echte plaag is het soms de enige oplossing.

Infographic over gebruik bestrijdingsmiddelen (Klik om te zoomen)

Tegen vraatinsecten zijn chemische bestrijdingsmiddelen te koop. Koop alleen middelen met een toelating van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) en koop nooit iets waar de ingrediënten niet op staan. Een toegelaten middel herken je op de verpakking aan een nummer dat begint met 'NL', 'EU' of eindigt op een 'N'. Lees meer over toegelaten middelen. Welk middel je mag gebruiken tegen een plaag kun je ook vinden op de toelatingslijst van het Ctgb.

Bestrijdingsmiddelen zijn vaak toegelaten voor specifieke (plaag)dieren. Twijfel je over met welke plaagdier jij te maken hebt? Dan kun je het Kennis- en adviescentrumdeterminatie (KAD) inschakelen om erachter te komen. Hier zijn wel kosten aan verbonden.

Volg altijd de gebruiksaanwijzing

Dat een middel is toegelaten betekent nog niet dat het milieuvriendelijk is. Sommige stoffen zijn bij verkeerd gebruik schadelijk voor het grondwater, de bodem of voor andere dieren dan het plaagdier. Volg daarom altijd nauwkeurig de gebruiksaanwijzing van een bestrijdingsmiddel. Zo houd je de risico's voor je gezondheid en het milieu zo laag mogelijk.

Negeer vage claims

Soms zie je termen als 'plantaardig', ‘natuurlijk’ of ‘milieuvriendelijk’ op het etiket staan. Dit soort vage kreten zeggen weinig bij een bestrijdingsmiddel: gif is gif. Dat geldt ook voor 100% natuurlijke middelen. Laat je dus niet misleiden door dit soort claims, maar check altijd de kleine lettertjes op het etiket.

Klein chemisch afval

Laat na gebruik de spuitbus of andere verpakking heel en lever restanten in als klein chemisch afval.