Wat is netcongestie en wat merk je ervan?

Elektriciteitsmasten in een weiland met koeien.

Besparen op energie

Benieuwd hoeveel stroom en gas jij nu verbruikt? Met een energieverbruiksmanager krijg je hier inzicht in. Dat maakt besparen een stuk leuker en makkelijker. Alles over energie­verbruiksmanagers
In het nieuws lees je weleens iets over netcongestie: drukte op het stroomnet. Maar hoe werkt dat eigenlijk? Wat merk je er zelf van? En wat doen netbeheerders en de overheid om netcongestie te voorkomen?

Wat is netcongestie?

Netcongestie betekent dat het stroomnet op sommige momenten en plaatsen te druk wordt. Er wordt dan te veel stroom tegelijk gevraagd, of vanaf zonnepanelen het net op gestuurd. Het net kan deze grote hoeveelheid stroom niet altijd aan. Vooral bedrijven voelen hier de gevolgen van, bijvoorbeeld doordat ze geen (grotere) aansluiting kunnen krijgen: thuis zul je hier niet snel iets van merken. Lees meer over wat netcongestie voor jou betekent.

Hoe werk netcongestie?

We gebruiken elke dag stroom. Bijvoorbeeld om tv te kijken of om een wasje te draaien. De stroom komt van het stroomnet. Als jij je apparaten aanzet, moet de stroom over het stroomnet ‘reizen’ (transporteren) om bij jouw huis aan te komen. Heb je zonnepanelen? Dan lever je de stroom die je niet zelf verbruikt aan het net. Op niet-zonnige momenten haal je je stroom zelf ook weer van het stroomnet. 

Naast stroom gebruiken veel mensen ook nog gas. Maar de laatste jaren zijn steeds meer Nederlanders gaan koken, rijden en verwarmen met stroom in plaats van gas. Zo worden veel huizen verwarmd met een elektrische warmtepomp. Ook hebben steeds meer mensen een elektrische auto voor de deur. Meer stroom en minder gas zorgt voor minder CO2-uitstoot én is goedkoper voor jezelf. 

Goed nieuws, dus. Maar: het stroomnet is eigenlijk niet gebouwd om zo veel stroom tegelijkertijd over het net te laten reizen. Hierdoor kan er op sommige momenten een soort ophoping ontstaan. 

Bijvoorbeeld op een winteravond, als de lampen branden, de warmtepomp hard werkt, de vaatwasser draait en de tv aanstaat. Of juist op een zonnige zomerdag, als er veel stroom wordt opgewekt door zonnepanelen, maar niet al die stroom direct in huis of in de wijk wordt gebruikt. De piek op het stroomnet is dan te hoog. Dit noemen we netcongestie. Je hebt twee soorten netcongestie: 

  • Opwekcongestie: er wordt door zonnepanelen en windmolens meer stroom opgewekt en geleverd aan het net dan het stroomnet kan aanleveren (bijvoorbeeld op een zonnige zomerdag).

  • Afnamecongestie: er wordt meer stroom afgenomen van het net dan het stroomnet kan aanleveren (bijvoorbeeld op een ijskoude winteravond).

Wat kan ik merken van netcongestie?

De meeste mensen zullen voorlopig nog niet veel merken van netcongestie. Wel zul je het merken als er bij jou in de wijk aan het net wordt gewerkt. Denk aan: 

  • Graafwerkzaamheden om het net te verzwaren 
  • Het plaatsen van nieuwe transformatorhuisjes 

Deze werkzaamheden zijn heel belangrijk om ervoor te zorgen dat het stroomnet blijft werken. Zo kunnen we ook in de toekomst gewoon onze apparaten blijven gebruiken. 

Wanneer je wel iets merkt:

  1. 01

    Als je zonnepanelen hebt, dan kan het zijn dat je omvormer afschakelt. Dan heb je een klein beetje minder zonnestroom (1-2% per jaar). Daar heeft naar schatting 7% van de mensen met zonnepanelen mee te maken. Het is niet slecht voor je zonnepanelen. Je kunt dit tegengaan door meer van je eigen zonnestroom direct in huis te gebruiken. 

  2. 02

    Wanneer je een zwaardere stroomaansluiting aanvraagt, kan het zijn dat het langer duurt voordat de aansluiting gemaakt kan worden. Een zwaardere aansluiting van 3x25 Ampère heb je bijvoorbeeld nodig als je een volledig elektrische warmtepomp, elektrische auto of inductiekookplaat koopt.

  3. 03

    Nieuwe woonwijken kunnen soms nog niet aangesloten worden op het stroomnet.

Waarom gebruiken we steeds meer groene stroom? 

We gebruiken steeds minder energie uit olie, gas in kolen. In plaats daarvan gebruiken we steeds meer groene stroom. Groene stroom maken we met zon en wind. Dat houdt onze energie betaalbaar, verlaagt de CO2-uitstoot en zorgt voor een schonere lucht.  

Deze overstap noemen we de energietransitie. En die is nodig. Want fossiele brandstoffen vervuilen de lucht, zorgen voor opwarming van de aarde én raken uiteindelijk op. Groene energie, zoals uit de zon of wind, is veel minder vervuilend. Bovendien raakt die nooit op. 

Omdat we meer elektriciteit gaan gebruiken, moeten we het stroomnet versterken en anders gaan gebruiken. Dat betekent dat er meer stroom door het stroomnet heen kan, dat we flexibeler moeten omgaan met stroom en meer gaan opslaan. Doen we dat niet? Dan ontstaat er netcongestie. 

Soorten stroomnetten in Nederland

In Nederland bestaan verschillende stroomnetten: het hoog-, midden- en laagspanningsnet. Deze netten zijn met elkaar verbonden via transformatoren. Hier wordt de spanning verhoogd of verlaagd. Doordat de netten allemaal op elkaar aangesloten zijn, hebben ze invloed op elkaar: netcongestie op het hoogspanningsnet kan ervoor zorgen dat er niet genoeg stroom naar het midden- en laagspanningsnet vervoerd kan worden. 

Op dit moment komt netcongestie vooral voor op het hoog- en middenspanningsnet. Hierop zijn grootverbruikers aangesloten. Dat zijn bedrijven die veel energie nodig hebben, zoals fabrieken en glastuinbouw. Op het hoog- en middenspanningsnet bestaan problemen rondom netcongestie al langer. Daardoor zijn er wachtrijen voor bedrijven die een nieuwe of uitgebreidere aansluiting nodig hebben. 

Met jouw huis ben je aangesloten op het laagspanningsnet. Hier zijn minder vaak problemen, maar sommige wijken hebben er wel last van. Dat komt doordat de problemen op het hoog- en middenspanningsnet nu ook zorgen voor drukte op het laagspanningsnet. Want deze netten zijn op elkaar aangesloten. En omdat er de komende jaren steeds meer stroom gebruikt gaat worden, wordt de kans op netcongestie bij mensen thuis (laagspanning) steeds groter. Daarom werken de overheid en netbeheerders er hard aan om ervoor te zorgen dat deze problemen opgelost worden, zodat jij zo min mogelijk last krijgt van netcongestie. 

Waar speelt netcongestie?

De kans dat jij last krijgt van netcongestie hangt af van waar je woont.  

Vooral in de provincies Gelderland, Utrecht en Flevoland kunnen mensen op korte termijn last krijgen van afnamecongestie. Dat betekent dat er op die plekken kans is dat er meer stroom wordt gevraagd dan het stroomnet kan aanleveren. In deze provincies is de ruimte op het hoogspanningsnet beperkt. Het net moet hier uitgebreid worden, ofwel ‘verzwaard’.  Daardoor kan het langer duren voordat je een zwaardere aansluiting kan krijgen als je aanvraagt. Bijvoorbeeld wanneer je een warmtepomp wilt installeren.  

Er is nog een andere vorm van netcongestie: opwekcongestie. Er wordt dan meer stroom aangeleverd dan het stroomnet aankan. Bijvoorbeeld omdat er veel zonnepanelen op zijn aangesloten. Als er opwekcongestie ontstaat, schakelen omvormers van zonnepanelen tijdelijk uit. Ongeveer 7% van de zonnepaneleneigenaren heeft hier wel eens mee te maken. Dat is vervelend, want hierdoor hebben zij een klein verlies aan zonnestroom (1-2% per jaar). Op de site van grote netbeheerders kun je vinden of er bij jou in de buurt problemen zijn gemeld. Dit betekent niet per se dat jij er ook mee te maken zult krijgen: je ziet alleen of er problemen zijn gemeld in je wijk. 

Benieuwd? Zoek op wie je netbeheerder is, bijvoorbeeld via Mijnaansluiting.nl. Vaak zit er ook een sticker op je meterkast waar de naam van je netbeheerder op staat. 

Bekijk of er in jouw buurt spanningsproblemen gemeld zijn: 

  • Liander (Friesland, Flevoland, grootste deel Noord-Holland, Gelderland) 
  • Enexis (Grootste delen van Groningen, Drenthe, Overijssel en Noord-Brabant, Limburg) 

De kleinere regionale netbeheerders Coteq, Rendo en Westland Infra hebben dit soort overzichten nog niet, maar je kunt wel op hun website aangeven dat je problemen hebt met netcongestie. Hierdoor krijgen ze wel beter inzicht in mogelijke netproblemen.

Wat gebeurt er om netcongestie te voorkomen?

Er wordt er al veel gedaan om problemen op het stroomnet te voorkomen. Hieronder lees je met welke oplossingen de overheid en netbeheerders al zijn begonnen en wat er nog gaat gebeuren. Veel van deze oplossingen staan beschreven in het Landelijk Actieprogramma Netcongestie.

Wat kan ik zelf doen tegen netcongestie?

De overheid, netbeheerders en grootverbruikers werken hard aan het oplossen van netcongestie. Maar zelf kun je ook iets doen. Het belangrijkste is om energie te besparen. Hierdoor hoeft er minder stroom over het net vervoerd te worden. Daarnaast is het goed om bewust je momenten van stroomverbruik te kiezen. Je helpt daarmee drukte op het net én extra CO2-uitstoot te voorkomen. 

Wat is de beste tijd om stroom te gebruiken? 

Het is goed om stroom te gebruiken wanneer er veel groene stroom is: als de zon schijnt of het hard waait. Want hoe meer groene stroom direct verbruikt wordt, hoe minder stroom opgeslagen moet worden. En dat scheelt ruimte en materialen 

Op dit moment verbruiken de meeste mensen juist weinig stroom overdag of in de nacht, als het aandeel groene stroom groter is. Ze gebruiken juist veel in de ochtend en de avond. Omdat iedereen op hetzelfde moment stroom gebruikt, is het heel druk op het stroomnet. Hierdoor moet op die momenten vaak extra stroom opgewekt worden met aardgas. Het aandeel van groene stroom daalt daardoor. Wat kan helpen, is om (waar mogelijk) stroom juist overdag of ’s nachts te gebruiken. Dan is het stroomnet vaak rustiger en hoeft er minder extra stroom te worden opgewekt. 

Tips energieverbruik

  • Minder energie verbruiken. Hoe minder energie jij verbruikt, hoe minder je vraagt van het stroomnet. Nu of in de toekomst. Door goed te isoleren, heb je minder energie nodig. Hoe je je huis ook verwarmt, minder stroom verbruiken is altijd een goed idee. Bekijk hoe je ook met minder energieverbruik comfortabel warm blijft.

  • Verbruik stroom op rustige momenten op het stroomnet. Netbeheerders zien dat het rustiger in de nacht (van 21.00 tot 7.00 uur) en overdag (van 9.00 tot 16.00 uur). Het is slim om op die momenten je apparaten aan te zetten. In de praktijk lukt dat niet altijd omdat je bijvoorbeeld niet thuis bent overdag, dus kijk wat binnen je mogelijkheden valt. Let vooral op met een elektrische auto of een warmtepomp: deze apparaten verbruiken erg veel stroom. 

    Tip: Met een slimme stekker of tijdschakelaar stel je in wanneer een apparaat aan- of uitgaat.

  • Doe grote energieslurpers de deur uit. Sommige mensen hebben nog apparaten in huis die heel veel energie verbruiken, zoals een oude vriezer, een oude pomp voor de vloerverwarming of een elektrische boiler. Hiermee gebruik je veel stroom, zonder dat je het doorhebt. Doe deze weg of vervang ze door een zuiniger apparaat. 

  • Houd je stroomverbruik bij. Met een energieverbruiksmanager zie je hoeveel je door de dag heen verbruikt en waar de pieken zitten. Zo kun je makkelijker stroomslurpers opsporen.

  • Heb je een elektrische auto? Laad hem overdag of ‘s nachts op. Veel mensen zetten de auto in de avond aan de oplader waardoor juist dan een piekmoment ontstaat. Met een slimme laadpaal of laadapp kan je makkelijk instellen dat je auto op een ander moment of met minder vermogen oplaadt. En nog steeds vol is op het moment dat je aangeeft. Met een dynamisch energiecontract is dit zelfs voordeliger. Kies een tijd overdag tussen 9.00 en 16.00 uur. Of ’s nachts tussen 21.00 en 7.00 uur.

  • Heb je een warmtepomp? Stel hem slim in. Met een warmtepomp verbruik je in plaats van aardgas stroom om je huis en/of warmte water te verwarmen. Ga hier slim mee om. Stel bijvoorbeeld de temperatuur in huis wat lager in waardoor minder stroom nodig is. En zorg ervoor dat de temperatuur niet te veel schommelt: opwarmen van een koud huis kost veel stroom. Heb je ook een voorraadvat voor warm water? Met een tijdklok warm je het water overdag (tussen 9.00 en 16.00 uur) op. Lees meer slimme instellingen op Slim verwarmen met een warmtepomp.

  • Heb je zonnepanelen? Verbruik meer zonnestroom van je panelen direct in huis wanneer je panelen veel stroom opwekken. Dat is overdag tussen 10.00 en 16.00 uur. Je kunt dan bijvoorbeeld apparaten zoals een wasmachine of vaatwasser laten starten. Sommige wasmachines, vaatwassers en warmtepompen hebben een tijdklok ingebouwd, dan kun je op het apparaat zelf de tijden instellen.

  • Weet jij goed hoeveel stroom je verbruikt? En kun je makkelijk je stroomverbruik aanpassen? Dan kan het helpen om over te stappen op een energiecontract met dynamische prijzen. Bij deze contracten wisselen de prijzen per uur. Op momenten dat er veel groene stroom is, betaal je meestal minder. Een extra reden om vooral dan te gebruiken! Let op: als je zonnepanelen hebt, is een contract met dynamische prijzen meestal niet handig. Lees meer op de pagina Inzicht in je energierekening. 

Geen aanrader: thuisbatterij

Met een thuisbatterij kun je je eigen zonne-energie opslaan en later gebruiken. Dat helpt tegen netcongestie. Maar op zonnige zomerdagen wek je veel meer op dan dat je in de batterij kunt opslaan. Je levert het meeste dus alsnog terug aan het net. En in de winter verbruik je juist veel meer dan in je thuisbatterij zit.

Daarnaast is de thuisbatterij erg duur: het is nog onzeker of je het geld terug gaat verdienen. Ook is de thuisbatterij slecht voor het klimaat. Op dit moment is de thuisbatterij dus nog geen aanrader. Lees hier meer over op de pagina Thuisbatterij.

In de toekomst wordt het waarschijnlijk mogelijk om de batterij van een elektrische auto te gebruiken als een thuisbatterij. Dat wordt ook wel ‘bi-directioneel laden’ genoemd. Lees meer over slim laden.

Ook als je zonnepanelen hebt, is de thuisbatterij op dit moment nog geen aanrader.

Wel slim: hou je energieverbruik bij met een energieverbruiksmanager.

Nieuwe ontwikkelingen: slimme aansturing

Ondertussen zijn bedrijven bezig om handige systemen te ontwikkelen die jou kunnen gaan helpen om zo slim mogelijk om te gaan met stroom: 

  • Slimme software voor apparaten: deze software zorgt ervoor dat apparaten zoals een wasdroger, wasmachine, vaatwasser, warmtepomp of elektrische auto stroom gaan verbruiken zodra er veel stroom op het net is. Zo hoef je niet meer zelf op te letten wanneer je ze aanzet. 
  • EMS (energiemanagementsysteem): dit is een slim systeem dat ervoor zorgt dat je apparaten met elkaar samenwerken. Zo wordt je elektrische auto bijvoorbeeld opgeladen zodra je zonnepanelen terugleveren aan het net. De techniek bestaat al, maar een EMS is nu nog erg duur: in de toekomst wordt het voor iedereen makkelijker. 

Veelgestelde vragen over netcongestie